Print Email Facebook Twitter Wilgen als oeverbescherming in kribrakken Title Wilgen als oeverbescherming in kribrakken Author Dorst, C.J. Contributor D'Angremond, K. (mentor) Schiereck, G.J. (mentor) Boeters, R.E.A.M. (mentor) Faculty Civil Engineering and Geosciences Date 1995-06-01 Abstract Al enige jaren geleden is Rijkswaterstaat begonnen met een onderzoek naar de mogelijkheid om wilgen als oeverbescherming in kribvakken te laten fungeren, dit in het kader van PMO (Project Milieuvriendelijke Oevers) en Plan Ooievaar. Tot op heden is er zeer weinig bekend over de civieltechnische functie van de wilgen op de kribvakoevers. Om meer helderheid inzake bovenstaand Probleem te scheppen, is in de eerste plaats een. uitgebreid Iiteratuuronderzoek gedaan naar de toepassing van wilgen als biologische oeverbescherming. Verder zijn twee belangrijke aspecten aangaande wilgen in een kribvak onderzocht: 1) de invloed van de wilgen op het stroombeeld en de stroomsnelheden in het kribvak en 2) de invloed van de wilgewortels op de ontgronding rond een enkele wilgestam. Met het computerprogramma DUCHESS zijn berekeningen van de stroomsnelheden in een kribvak gemaakt. De situatie zonder wilgen is vergeleken met die van aanwezigheid van wilgen in het kribvak. Op deze manier bleek het mogelijk om een reductiefactor voor de stroomsnelheid te berekenen. Het wilgenbos is in het computermodel ingevoerd als een grote bodemruwheid, uitgedrukt in een Chezywaarde. Deze waarde is afhankelijk van de waterstand in de rivier, en varieert tussen de 5 en de 40 m1/2/s. Dat DUCHESS goed om kan gaan met een grote, lokale verhoging van de bodemruwheid, bleek uit de vergelijking van gemeten, en met DUCHESS berekende stroomsnelheden in een stroomgoot, waarin lokaal een verhoogde bodemruwheid d.m.v. stokjes is aangebracht. De kwalitatieve en kwantitatieve remming van de stroomsnelheid hangt af van het feit of er in het kribvak een neer ontstaat of niet. Een wilgenbos blijkt een stroomsnelheidsvermindering te kunnen veroorzaken van maximaal een factor 6. De invloed van wortels op de ontgronding rond een enkele wilgestam is onderzocht door middel van ontgrondingsproeven in een stroomgoot, met gebruikmaking van echte wilgewortels. Afhankelijk van de manier van kweken kunnen er verschillende wortelstructuren ontstaan. Bij gezaaide wilgen gaan de wortels vanuit het zaadje een sponsachtige structuur vormen, zodat hier de kans op het ontstaan van een bodembeschermende wortelmat groot is. In de proefvakken langs de rivier worden de wilgen echter gestekt. Een stek wordt in de bodem gestoken. Onderaan deze stek ontstaan talrijke lange en sterke wortels. Om beide wortelstructuren te beproeven zijn de wilgen dan ook op de twee aangegeven manieren gekweekt. Bij aanwezigheid van een wortelmat kan de vermindering van de ontgrondingsdiepte wel 76% bedragen. In de andere gevallen is deze vermindering ongeveer 42%. Ook grind kan voor een grote vermindering van de ontgrondingsdiepte zorgen van 49%. De extra beschermende functie van wortels in de situatie van aanwezigheid van grind, is gering. Concluderend kan men stellen dat een wilgenbos wel degelijk een oeverbeschermende functie in het kribvak kan vervullen. Echter zal aanvullend onderzoek nodig zijn, vooral naar de bodemligging van het kribvak. Onderzocht moet worden of, en in welke situaties een optredende erosie van de oevervoet of de vooroever het wilgenaanplantvak kan bedreigen. Uit de Iiteratuur blijkt dat een oevervoetbescherming nodig kan zijn om uitspoeling van de voorste rij wilgen te voorkomen. Ook wordt hier gesteld dat een rijspakwerk op de oever een betere aanplantmethode is dan te werken met gestoken stekhout. Dit rijspakwerk gaat vanzelf groeien; alleen in de groeifase zal dan een tijdelijke oeverbescherming nodig zijn. Subject groynesriverswillow treesshoreline protection To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:1466e617-48f6-4c8c-9060-b2a512208677 Publisher TU Delft, Civil Engineering and Geosciences, Hydraulic Engineering Part of collection Student theses Document type master thesis Rights (c) 1995 Dorst, C.J. Files PDF ceg_dorst_1995.pdf 11.44 MB Close viewer /islandora/object/uuid:1466e617-48f6-4c8c-9060-b2a512208677/datastream/OBJ/view