Print Email Facebook Twitter Habitat karakterisering van de Nederlandse Kustwateren. Deel 2: Fysische doelvariabelen Title Habitat karakterisering van de Nederlandse Kustwateren. Deel 2: Fysische doelvariabelen Author Eertman, R.H.M. Project Watersysteemverkenningen (WSV) 1996 Date 1996-06-01 Abstract Het project Watersysteemverkenningen (WSV) levert objectieve en kwantitatieve informatie over de fysische, chemische en biologische toestand en het gebruik van verschillende watersystemen in verleden, heden en toekomst. Met behulp van deze informatie ontstaat inzicht in het functioneren van de Nederlandse watersystemen. In dit WSV-rapport wordt de huidige situatie en, voor zover gegevens voorhanden waren, de historische ontwikkeling van relevante fysische doelvariabelen voor de Nederlandse zoute wateren in kaart gebracht: (1) ligging kustlijn ten opzichte van de basiskustlijn; (2) natuurvriendelijke oevers, met als onderdeel hiervan (4) lengte oever/kust; (5) getijvolume; en (6) oppervlakte intergetijdegebied. Aan het eind van dit rapport wordt voor de Westerschelde en het Grevelingenmeer een habitat-amoebe gepresenteerd, gericht op conditionerende fysisch-chemische parameters die voor het vóórkomen van habitats / ecotopen mede bepalend zijn. De huidige WSV-definitie, waarbij de ligging van de kustlijn wordt weergegeven in m ten opzichte van de basiskustlijn, blijkt geen juiste beoordeling van de kustveiligheid op te leveren. Als alternatieve definitie wordt voorgesteld: "Het relatief aantal raaien in een watersysteem waarvoor geldt: TKL - BKL > O", een maat voor het aantal overschrijdingen van de basiskustlijn. Momenteel liggen de waarden voor de Hollandse Kustzone, de Voordelta en de Westerschelde op respectievelijk 82 %, 80 % en 82 %. Bij verschillende studies waarbij getijde-oevers op hun natuurvriendelijkheid werden beoordeeld is geen eenduidige methodiek gehanteerd. Een vergelijking tussen watersystemen zou eenvoudiger en betrouwbaarder zijn indien dit wel het geval zou zijn geweest. Door het vervangen van ecologisch slecht functionerende dijkbeschermingsmaterialen door materialen met een hogere ecologische potentie kan het aandeel aan natuurvriendelijke oevers doen toenemen tot bijna 90 %. Er kan worden geconcludeerd dat de arealen aan intergetijdgebieden in de verschillende watersystemen in de loop der tijd door inpolderingen of de aanleg van waterbouwkundige werken erg is afgenomen. Het intergetijdegebied in de Hollandse kustzone en de Voordelta bestaat hoofdzakelijk uit strandvlakte. De arealen hiervan zijn in de afgelopen dertig jaar niet wezenlijk veranderd. Van de Westerschelde kan gezegd worden dat het getijvolume in de afgelopen eeuw niet aantoonbaar is veranderd. In de Oosterschelde is het getijvolume door de aanleg van de stormvloedkering met een derde verminderd. Subject watersysteemverkenningNederlandkustwaterenhabitatWSVkustlijngetijden Classification KBR00 To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:37127385-36e2-41ee-8f4d-e21501301aa6 Publisher Rijkswaterstaat, RIKZ Source Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen: Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek. Centrum voor Estuariene en Mariene Oecologie. Werkdocument RIKZ/AB-96.842X Part of collection Hydraulic Engineering Reports Document type report Rights (c) 1996 Rijkswaterstaat, RIKZ Files PDF rikz-ab-96-842x.pdf 1.15 MB Close viewer /islandora/object/uuid:37127385-36e2-41ee-8f4d-e21501301aa6/datastream/OBJ/view