Print Email Facebook Twitter Discrete modellering van plaatwerking Title Discrete modellering van plaatwerking Author Van Vliet, E. Contributor Welleman, J.W. (mentor) Peperkamp, W.J.M. (mentor) Faculty Civil Engineering and Geosciences Department Design and Construction Date 2009-05-01 Abstract In dit verslag wordt een discrete modellering gemaakt van een vlakke plaatvloer. Daarbij wordt een vereenvoudiging van het probleem gemaakt waarvan de belangrijkste vereenvoudiging bestaat uit het verwaarlozen van wringing en dwarscontractie. Verder wordt een oplossing gezocht voor star, lijnvormig ondersteunde platen, puntvormig ondersteunde platen zullen buiten dus beschouwing gelaten worden. De platen worden gemodelleerd door ze te verdelen in balkjes in beide richtingen. Het is duidelijk dat de verplaatsingen van de onderste en bovenste balkjes op de knopen van de balkjes gelijk moeten zijn. Tevens moet er bij elke knoop evenwicht zijn. Er wordt een modellering gevolgd waarbij de invloed van elke resultante op een verplaatsing wordt gekoppeld door een invloedsfactor. Deze factoren worden bepaald door een speciaal af te leiden vergeet-me-nietje. Met behulp van de vergelijkingen voor evenwicht en verplaatsing kunnen de onbekende verplaatsingen en resultanten bepaald worden. Met de gevonden oplossingen kunnen verder de momenten en dwarskrachten worden bepaald. Er kunnen wederom invloedsfactoren worden bepaald die het verband tussen de kracht en moment of dwarskracht koppelen. Op deze manier kan de krachtswerking in de vloer opgelost worden. De uitkomsten van de methode, die in dit verslag Dimod is genoemd, kunnen worden geverifieerd met een eindige elementen methode. Daartoe moet de wringstijfheid in het pakket op vrijwel nul worden gesteld. De uitkomsten bleken exact overeen te komen. De modellering klopt dus. Verder kunnen er, nu de methode klopt, vergelijkingen gemaakt worden met andere methoden. Dit wordt ten eerste gedaan met de VBC-methode. Hiervoor worden de momenten uit Dimod omgerekend naar dezelfde dimensieloze factoren als gebruikt in de VBC. Het blijkt dat Dimod altijd aan de veilige kant zit. De afwijking is maximaal als alle randen scharnierend zijn opgelegd en is minimaal als alle randen zijn ingeklemd. Een volgende vergelijking die gemaakt kan worden is de vergelijking met een EEM plaatmodel. Uit de grafieken komt duidelijk naar voren dat Dimod een veilige methode is. Uit de vergelijking van het EEM model met de VBC-methode blijkt dat ze nagenoeg dezelfde resultaten geven. De verschijnselen die verwaarloosd zijn en wel belangrijk zijn voor platen zijn wringing en dwarscontractie. Doordat dit niet meegenomen is ontstaan er verschillen die verklaarbaar zijn. In het hoofdstuk “theorie” wordt ingegaan op de achtergrond van de verschillen die bij de vergelijkingen met andere resultaten geconstateerd zijn. In de “conclusie” wordt een conclusie geschreven naar aanleiding van de gevonden resultaten die hier niet ten overvloede zal worden herhaald. Subject vergeet-me-nietjesplaatwerkingdiscrete modelleringvloer To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:6c447166-592b-40e2-a15c-b47b21841525 Part of collection Student theses Document type bachelor thesis Rights (c)2009 Van Vliet, E. Files PDF Bachelor_eindwerk.pdf 1.63 MB Close viewer /islandora/object/uuid:6c447166-592b-40e2-a15c-b47b21841525/datastream/OBJ/view