Print Email Facebook Twitter Ruimtelijke analyses van zeevogels: Verspreiding van Drieteenmeeuw op het Nederlands Continentaal Plat Title Ruimtelijke analyses van zeevogels: Verspreiding van Drieteenmeeuw op het Nederlands Continentaal Plat Author Berrevoets, C.M. Arts, F.A. Date 2003-06-01 Abstract Het Nederlands Continentaal Plat (NCP) is voor diverse zeevogelsoorten van internationale betekenis (Baptist 2000). In 1984 is door het RIKZ een begin gemaakt met een routinematige inventarisatie van zeevogels en zeezoogdieren op het NCP. Destijds is een bewuste keuze gemaakt om deze vorm van monitoren vanuit een vliegtuig uit te voeren. In 1989 is dit programma opgenomen in het biologisch monitoringprogramma van het RIKZ dat uitgevoerd wordt in het kader van de Monitoring van de Waterstaatkundige Toestand van het Land (MWTL). De doelstelling van dit programma is om veranderingen in verspreiding en dichtheden van zeevogelsoorten op de Noordzee te beschrijven en te signaleren. CONCLUSIES In augustus/september is de verspreiding van de Drieteenmeeuw nagenoeg beperkt tot de centrale Noordzee. Op dat deel van de Noordzee is een duidelijke trend zichtbaar. Vóór 1998 was de gemiddelde verwachte dichtheid nooit hoger dan 1,5 per km², vanaf 1998 waren de gemeten dichtheden vrijwel jaarlijks hoger dan 1,5 per km². In 2001 werd zelfs een dichtheid van meer dan 2,5 per km² voorspeld. In de zuidelijke Noordzee werd geen verandering geconstateerd waardoor we mogen concluderen dat de toename in deze periode een regionaal fenomeen is. In februari/maart zijn de dichtheden het hoogst in de zuidelijke Noordzee. Op de centrale Noordzee zijn dichtheden van betekenis beperkt tot de westelijke delen (Doggersbank/ Klaverbank). In de seizoenen 2000 en 2001 is de dichtheid op het NCP verdubbeld in vergelijking tot voorgaande jaren (tabel 4.4). Op de zuidelijke Noordzee, waar de hoogste dichtheden werden gemeten zijn over de hele onderzoeksperiode de dichtheden vrij stabiel tussen 2,0 en 2,5 per km², uitgezonderd 1994 (< 1 per km²) en 2000 (> 3 per km²). Op de centrale Noordzee waren de dichtheden tot en met 1999 constant (c. 1 per km²). In 2000 en 2001 waren de dichtheden beduidend hoger (>2 per km²) en vergelijkbaar met de dichtheden op de zuidelijke Noordzee. Geconcludeerd kan worden dat de toename in februari/maart op het NCP het gevolg is van een toename op de centrale Noordzee. Subject analysezeevogelsDrieteenmeeuwNederlands Continentaal PlatNCPecologie Classification KBR00 To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:7404ecdb-4905-409f-b7af-df328645927f Publisher Rijkswaterstaat, RIKZ Source Rapportnr.: 2003.033 Part of collection Hydraulic Engineering Reports Document type report Rights (c) Rijkswaterstaat Files PDF rikz2003033.pdf 544.12 KB Close viewer /islandora/object/uuid:7404ecdb-4905-409f-b7af-df328645927f/datastream/OBJ/view