Een activiteit offshore valt of staat met de situatie op het water, de zee. Golven, stroming en wind en bijvoorbeeld mist zijn bepalend voor het al dan niet kunnen uitvoeren van deze activiteit. Een belangrijke oorzaak van verlet is het golfklimaat. In het afstudeeronderzoek "Bepaling van de Werkbaarheid van Materieel Offshore" is bekeken hoe de invloed van het golfklimaat bepaald wordt en hoe deze toegepast wordt in een werkbaarheidsanalyse. Daartoe is het afstudeerwerk in twee delen opgesplitst: deel 1: Voorstudie, waarin een overzicht wordt gegeven van de algemene procedure voor de bepaling van de werkbaarheid op zee; deel 2: Opzet tijdreeksanalyse, waarin eigenschappen van meetreeksen die ter sprake zijn gekomen in deel 1 nader uitgewerkt worden. DEEL 1: VOORSTUDIE Werkbaarheid op zee is afhankelijk van het materieel waarmee gewerkt wordt en het golfklimaat waarin gewerkt moet worden. Het golfklimaat wordt beschreven aan de hand van de golfhoogte, de periode en de golfrichting. Deze variabelen kunnen worden verkregen uit metingen van golven of de wind. Voor een werkbaarheidsanalyse zijn ten behoeve van de nauwkeurigheid lange meetreeksen een vereiste. Analyse geschiedt aan de hand van wavescatterdiagrammen of tijdreeksen. Om de werkbaarheid van een drijvende constructie te bepalen, zijn behalve het golfklimaat en de scheepskarakteristieken, ook criteria voor de werkbaarheid in termen van het gedrag van de constructie nodig. Door Nordforsk (1987) worden algemene werkbaarheidscriteria gegeven voor schepen, er zijn echter ook specifieke criteria die afhankelijk zijn van onder andere het type project en de werkmethode. Wanneer zowel het type schip als de werkbaarheidscriteria bekend zijn, kunnen de maatgevende zeetoestanden worden bepaald. Deze maatgevende zeetoestanden bepalen in combinatie met het gegeven zeeklimaat de werkbaarheid, of specifieker: de hoeveelheid verlet. Verlet kan uitgerekend worden met behulp van: analyse met behulp van scatterdiagrammen, voor elk criterium wordt dan een werkbaarheidsgrens geconstrueerd in het scatterdiagram; tijdreeksanalyse, voor elk criterium apart of voor combinaties van criteria wordt het totale verlet voor een project uitgerekend. Analyse van scatterdiagrammen is eenvoudig en overzichtelijk, de analyse van tijdreeksen heeft echter het voordeel dat zowel duur-, als drempel-effecten, die leiden tot extra wachttijden, in projecten meegenomen kunnen worden. Tijdreeksen kunnen gegenereerd worden met behulp van: golfmetingen; windmetingen; verdelingsfuncties en persistentie diagrammen van golven of wind; scatterdiagrammen. Menselijk handelen is zeker van invloed op de mate van werkbaarheid, er zou daarom gestreefd moeten worden naar een betere 'boekhouding' van redenen van vertragingen. Tevens zou terugkoppeling tussen de uiteindelijke resultaten van een project en de voorspelde resultaten een beter inzicht verschaffen in de werkbaarheidsproblematiek. DEEL 2: OPZET TIJDREEKSANALYSE Zoals eerder gesteld kunnen tijdreeksen dus gebruikt worden voor de bepaling van de hoeveelheid verlet tijdens een project. Zo kan van een project met: een bepaalde netto projectduur (npd) en een bepaald criterium in termen van een (maatgevende) zeetoestand, dat uitgevoerd moet worden in een klimaat met een bepaalde verdeling, de werkelijke projectduur (wpd), de standaarddeviatie (stdev) en het werkbaarheidspercentage (wbh%) bepaald worden. Daartoe wordt in hoofdstuk 5 gebruik gemaakt van het programma PRSIM. Het blijkt dat de werkelijke projectduur lineair toeneemt met toenemende netto projectduur. De standaarddeviatie neemt toe met npd^0.5, terwijl de verhouding stdev/wpd juist afneemt. Het werkbaarheidspercentage is constant bij onafhankelijke zeetoestanden, wanneer er sprake is van correlatie tussen zeetoestanden neemt het werkbaarheidspercentage toe en benaderd een bepaalde limietwaarde. Voor verdere analyse zijn meetreeksen van golven op de Noordzee gebruikt. Het golfklimaat is niet te beschouwen als een stationair proces, waardoor de mate van werkbaarheid afhankelijk is van de tijd. De gemiddelde werkbaarheid in een jaar verloopt sinusvormig met een dal in december en een top in juni. De standaarddeviatie is 's winters groter dan 's zomers, hetgeen gerelateerd kan worden aan de relatief wisselvallige weersomstandigheden tijdens de wintermaanden. De werkbaarheid zou dus beschreven moeten worden door een stochastisch proces met een variërend gemiddelde en een variërende standaarddeviatie. Een benadering van het verloop kan verkregen worden door het jaar op te delen in seizoenen met constante gemiddelden en deviaties. De duur van een project, dat moet worden uitgevoerd op zee, is afhankelijk van twee soorten spreidingen: de spreiding van de kenmerkende eigenschappen, zoals bv. de standaarddeviatie, van jaar tot jaar. de spreiding in de vorm van de standaarddeviatie, dat de onzekerheid van het weer weergeeft in een bepaalde tijd van het jaar. Door andere bronnen van informatie, zoals winddata, te combineren met golfdata zou een beter beeld van deze twee soorten spreidingen verkregen kunnen worden. Het verschil tussen de gemiddelde werkbaarheidspercentages op jaarbasis, bepaald uit het scatterdiagram en uit de meetreeks, neemt af naarmate de netto projectduur toeneemt. Dus alleen wanneer de duur van het project van dezelfde orde van grootte is als de persistentie van zeetoestanden lijkt een tijdreeksanalyse interessant.