The collaboration between KIT and TU Delft started out with the central theme of machiya, a traditional type of wooden townhouse, known in Kyoto as kyomachiya. Rather than Kyoto’s pre-eminent monuments like shrines, temples or one of the 17 world heritage sites, the vernacular architecture of the kyomachia seemed to be the ideal study subject, addressing conservation issues and the need for adaptation to both contemporary demands and new uses. With over 40,000 machiya still in existence, this building type is very characteristic of the cultural landscape of Kyoto. Machiya, built on narrow parcels and recognizable by their closed street facades (omoté), originally combined a residential function with a commercial one.@en

De Rijkswerf Willemsoord in Den Helder, waar sinds het begin van de negentiende eeuw schepen en later onderzeeërs voor de Rijksvloot werden gebouwd, heeft de afgelopen 25 jaar een complex transformatieproces ondergaan. Het is daarmee een vroeg voorbeeld voor een grootschalige herbestemmingsopgave. Met het afronden van de herbestemming is het moment daar om terug te kijken op de ontwikkelingen van de afgelopen jaren en er over na te denken welke lessen voor de op de lange termijn succesvolle herontwikkeling van grote industriële complexen hieruit zijn te trekken. De kunst van de regie ontrafelt de cruciale fase van het transformatieproces van Willemsoord tussen 2008 en 2016. Het onderzoek laat zien dat – naast aandacht voor behoud en restauratie van de gebouwen en het terrein – goed beheer, een slimme herprogrammering en inzetten op een duurzame exploitatie doorslaggevend zijn voor succes. Dit rijk geïllustreerde boek is zeer lezenswaardig voor degene die betrokken is bij het beheer en behoud van ons gebouwd erfgoed, maar ook voor de liefhebber en de geïnteresseerde.@en

Preservation through development is advocated by Dutch heritage policy makers for about 2 decades now and it seems to be a useful strategy in reintegrating abandoned modern industrial areas in the city fabric. Daily practice has shown that it is very difficult to do so, because every actor and stakeholder in the process still tends to act from his traditional and narrow perspective. In many cases this frustrates the process and leads to unsatisfying results. This paper refers to a study on the transformation of the former industrial area of Oostenburg in Amsterdam executed by a team from TU Delft's section Heritage & Architecture. The study showed that interdisciplinary academic research ranging from the assessment of values of cultural heritage and architectural space cultural values to the development of design scenario's and a cost analysis is the key to discover the full opportunities for redevelopment of industrial areas. Oostenburg, a former VOC-harbour and ship building yard at the north-east of the city centre of Amsterdam, was redeveloped as industrial area during the 20th century. Only one building cluster from the turn of the 20th century was listed as a monument; following a traditional approach of preserving individual objects rather than acknowledging i.e. the context of industrial production processes. The process of redevelopment suddenly came into serious trouble last year when the municipality of Amsterdam started a procedure to list another cluster of buildings designed by the architect G. J. Langhout (1879-1962) in the 1920s-1930s and designated to be demolished in order to realize new dwellings. To help reconcile the contrary viewpoints of the municipality and the landowner/developer the authors collaborated with others on a study that unravelled the development opportunities of Langhout's factory buildings, based on an assessment of the rich heritage values of the site.@en