Als onderdeel van de tuberculosebestrijding bij kinderen ontstonden aan het begin van de 20e eeuw de openluchtscholen. Deze instituten, gericht op het behandelen én onderwijzen van tuberculeuze kinderen, wonnen ook in Nederland aan populariteit. Naast de op behandeling van tuberc
...
Als onderdeel van de tuberculosebestrijding bij kinderen ontstonden aan het begin van de 20e eeuw de openluchtscholen. Deze instituten, gericht op het behandelen én onderwijzen van tuberculeuze kinderen, wonnen ook in Nederland aan populariteit. Naast de op behandeling van tuberculosepatiënten gerichte scholen ontstonden er ook openluchtscholen voor zwakke, ‘pré-tuberculeuze’ kinderen, en werden zelfs speciale openluchtscholen voor gezonde kinderen opgericht. Deze scholen deelden een gezamenlijke basis van hun werkwijze: de ‘openluchtkuur’. Deze kuur, bestaand uit de elementen gezonde voeding, hygiëne, buitenlucht, zonlicht en een regelmatige afwisseling van rust en beweging, werd ingezet om tuberculosepatiënten te behandelen, om zwakke kinderen aan te laten sterken en om gezonde kinderen gezond te houden. De rol van de openluchtscholen veranderde echter toen na de Tweede Wereldoorlog antibiotica op de markt kwam, waarmee tuberculose gericht behandeld kon worden. In deze thesis wordt onderzoek verricht naar de openluchtschoolbeweging tijdens de wederopbouw, toen de focus van tuberculose naar andere aandoeningen verschoof. Aan de hand van medisch-architectonisch literatuuronderzoek en een uitgebreide toetsing van de casusprojecten Buitenschool Appèlbergen in Glimmen en Openluchtschool San Domenico Savio in Goirle, wordt gepoogd een antwoord te geven op de onderzoeksvraag “Hoe relateren de Nederlandse openluchtscholen uit de wederopbouwperiode zich aan de principes van de openluchtkuur?”. Ondanks het losweken van de tuberculosebeweging blijken de basisprincipes van de openluchtkuur ook in de wederopbouwperiode expliciet aanwezig te zijn. Waar de principes enerzijds invloed hebben op de dagindeling van de scholen, onder andere met warme maaltijden of verplichte bedrust, beïnvloedden ze anderzijds ook de architectuur van de scholen: de focus op gezonde lucht en een overvloed aan zonlicht stond aan de basis van een scholenbouwtypologie waar geëxperimenteerd werd met innovaties als airconditioning en verplaatsbaar schoolmeubilair. Er wordt beargumenteerd dat de scholen een faciliterende en didactische rol in de opvoeding en behandeling van kinderen vervulden, gebaseerd op de oorspronkelijke openluchtkuur.