De driedelige titel van dit boek 'Plan, Partijdigheid en Politiemoraal', verwijst naar een drietal probleemvelden die er in worden behandeld. In het eerste deel wordt in de vorm van een kritische analyse van de politieke filosofie van Michel Foucault en Gilles Deleuze vooral ingegaan op de verhouding tussen dogmatische orthodoxie op het terrein van het politieke denken - de' Politiemoraal' -en het probleem van partijdigheid in de theorie. Foucaults positie wordt vergeleken met die van Althusser en Poulantzas. De plaats en functie van de burgerlijke staat - waarvoor in de titel het 'Plan' staat - krijgt eveneens aandacht. In het tweede deel keren deze drie probleemgebieden onder de titel Maatschappelijke Kennis terug, maar nu met meer nadruk op de plaats die het produktieproces van kennis in die gebieden inneemt. In vier paragrafen wordt het verband tussen kennis en politiek behandeld. Een analyse van het scholingsapparaat in kapitalistische maatschappijen wordt verbonden met de vraag naar de theoretische status van 'filosofie'. En de schrijver doet tenslotte een poging de verhouding van 'sociologie' en 'historisch materialisme' in een schets uiteen te zetten. Een samenvatting van begrippen is aan dit tweede deel toegevoegd.