Ouderen, als basis voor stedelijke vernieuwing

More Info
expand_more

Abstract

Wereldwijd is er een vergrijzing zichtbaar in de bevolking. In 2050 zal het percentage van het aantal ouderen wereldwijd verdubbeld zijn. In Nederland komt dit er op neer dat in 2050 een kwart van de bevolking ouder is dan 65 jaar (Zantinge et al., 2011). In Nederland wordt de groei veroorzaakt door de stijgende levensverwachting en de babyboom die heeft plaatsgevonden. Deze vergrijzing heeft grote gevolgen voor het zorgsysteem in Nederland. Zo nemen de kosten van de zorg ieder jaar met 4.3 procent toe. Dit is drie keer zo veel als de economische groei, wat maakt dat de stijging vele malen te hoog is. Om problemen in de toekomst te beperken neemt de overheid een aantal maatregelen: ouderen moeten langer zelfstandig thuis wonen, zelf financieel bijdragen in de zorg en gebruik maken van mantelzorg die verleend wordt door familie en vrienden. Om dit mogelijk te maken heeft de overheid het beleid veranderd en diverse andere maatregelen genomen. Het enige wat ontbreekt is dat er geen aanpassingen hebben plaatsgevonden in de woonomgeving om deze wijzigingen van de overheid te kunnen voldoen. Deze thesis focust zich dan ook op wat er in de woonomgeving van ouderen moet veranderen. De hoofdvraag die hierbij hoort is: Welke ruimtelijke en stedenbouwkundige interventies zijn nodig om een gepaste en aangename leefomgeving voor ouderen met een zorgbehoefte te creëren? Deze vraag wordt beantwoord met behulp van verschillende onderzoeksmethodes. Er wordt een literatuuronderzoek uitgevoerd, een case study, een mental mapping onderzoek en tot slot is er geïnterviewd. Door middel van deze onderzoeken is bepaald aan welke criteria de woonomgeving van ouderen moet voldoen. Deze criteria zijn opgedeeld in acht thema’s: fysieke veiligheid, sociale veiligheid, stimulatie tot activiteiten buiten de deur, stimulatie mantelzorg, sociale netwerken, gevoelsmatig de route verkorten, mobiliteit (grote schaal) en zelfstandig wonen. Bij elk thema horen meerdere criteria. Pas als aan al deze criteria wordt voldaan wordt het gewenste einddoel bereikt. Echter deze criteria zijn nog niet vertaald naar de context van een ruimtelijk en stedenbouwkundig ontwerp. De volgende stap in het onderzoek was dan ook om een nieuw ruimtelijk en stedenbouwkundig ontwerp te maken voor de wijk Groot-IJsselmonde. Ontwerpend is onderzocht welke interventies er moeten plaatsvinden om aan alle criteria te voldoen. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een nieuw stedenbouwkundig ontwerp en de uitwerking van een aantal bouwblokken in dit nieuwe ontwerp. Het resultaat van het onderzoek is bevredigend en er kan worden geconcludeerd dat de hoofdvraag wel degelijk is beantwoord. Er zijn acht thema’s met criteria opgesteld die stedenbouwkundige ontwerpers moeten gaan gebruiken tijdens toekomstige ontwerpen. Tevens kunnen een aantal criteria ook door de gemeente worden opgenomen in de standaard eisen voor woonbuurten. Daarnaast is er aan de hand van de methode onderzoekend ontwerpen voor de casus Groot-IJsselmonde een methode opgesteld die andere woonwijken kan worden toegepast. Als in huidige woonwijken dit stappenplan wordt gevolgd ontstaat er een aangename leefomgeving voor zowel de ouderen als de overige bewoners van de wijk. Deze methoden kan in alle Nederlandse woonwijken worden toegepast om een aangename leefomgeving voor zorg behoevende ouderen te creëren.