Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2004

More Info
expand_more

Abstract

Dit rapport biedt een overzicht van de resultaten van onderzoek naar het broedsucces van kustbroedvogels (Kluut, plevieren, meeuwen en sterns) in het Deltagebied in 2004. Dit onderzoek werd uitgevoerd door Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) in opdracht van Rijkswaterstaat Zeeland. Daarnaast zijn relevante gegevens verwerkt die zijn verzameld in het kader van andere projecten. Het doel van het onderzoek is het kunnen geven van gefundeerde adviezen over aanleg, inrichting en beheer van broedgebieden voor kustbroedvogels en het evalueren hiervan. Om dit te bereiken wordt informatie verzameld over het functioneren van broedgebieden van kustbroedvogels in het Deltagebied: het broedsucces wordt bepaald. Dit gebeurt als aanvulling op het monitoringprogramma waarin jaarlijks informatie wordt verzameld over aantallen van kustbroedvogels. ALGEMENE CONCLUSIES - De broedpopulatie van de Kluut in het Deltagebied had in 2004 het beste broedsucces van de afgelopen negen jaar. - Voor zowel Bontbekplevier als Strandplevier lijkt 2004 een relatief gunstig broedseizoen te zijn geweest, hoewel van veel gebieden gegevens ontbreken. - In voorgaande jaren hadden Zwartkopmeeuwen in het Deltagebied meestal een uitstekend broedsucces, in de meeste gevallen beduidend beter dan de Kokmeeuwen in dezelfde kolonies. In 2002-2004 was dit verschijnsel minder uitgesproken, hoewel in de grootste kolonie op de Slijkplaat vele honderden jongen vliegvlug werden. Het aantal broedparen in het Deltagebied in 2004 bedroeg ongeveer 900 (ruim 1000 in 2001, 180 in 2002 en bijna 800 in 2003). In 2002 bevond zich een succesvolle kolonie van ruim 1100 paren enkele kilometers over de grens in het Antwerpse havengebied; deze kolonie was in 2003 en 2004 veel kleiner. - Het broedseizoen 2004 was voor de Kokmeeuw een middelmatig jaar. - In 2004 werd alleen op de Oosterscheldekering en in de Grevelingen enige aandacht besteed aan het broedsucces van de Stormmeeuw. Het broedsucces was in deze gebieden matig tot slecht, vooral veroorzaakt door predatie door meeuwen (vooral grotere meeuwen, waarschijnlijk ook door soortgenoten). - Verheugend was de vestiging van twee nieuwe kolonies van de Grote Stern: op de Slijkplaat en in de Flaauwers. De twee nieuwe kolonies konden echter niet het verlies aan broedparen op de Hooge Platen en in de Grevelingen niet compenseren. Over het algemeen was het broedsucces van de Grote Stern in het Deltagebied in 2004 erg pover. - Het broedseizoen 2004 verliep voor de Visdief beduidend minder goed dan in 2003. Er waren echter zeer grote verschillen tussen kolonies. - Het broedsucces van de Noordse Stern was in 2004 zeer matig. Slechts een handvol jongen werd vliegvlug. - De populatie van de Dwergstern in het Deltagebied had in 2004 een matig broedseizoen.

Files