Repository hosted by TU Delft Library

Rede, uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar in de Staalbouw aan de faculteit der Bouwkunde van de Technische Universiteit te Eindhoven op vrijdag 31 oktober 1986.

Syllabus NIPG opleiding arbeids- en bedrijfsgneeskunde 1986-1988.

A reliable and sensitive radioassay is described for the determination of vitamin D in milk powder and infant formula. After saponification of the sample interfering compounds like sterols are removed by digitonin precipitation and chromatography on small columns packed with alumina. [3H] Vitamin D is added to the sample as an internal standard, to correct for losses due to previtamin D formation, as well as other procedural losses. Vitamin D is quantitated by a competitive protein binding (CPB) assay after final cleanup of the extract on a straight-phase HPLC column. Diluted sheep serum is used as the source of the binding protein, having equal affinity for both vitamins D2 and D3. With this HPLC-CPB method vitamin D can be determined with high specificity in concentrations as low as 0.1 ng/tube (ca. 0.01 IE/g). Recovery was between 90 and 110%. The coefficients of variation were 2.4 (within run) and 7.5 (between run), respectively.

In een mondelinge enquête is bij 154 consumenten de bekendheid met en het begrip van de voedingswaardewijzer onderzocht. Tevens werd de attitude ten aanzien van voedingswaarde-etikettering ondezocht. Het onderzoek vond plaats in Noord-Nederland, waar de dichtheid van verpakte produkten met voedingswaardewijzer relatief het grootst is. In het onderzochte gebied brengt de voedingswaardewijzer bij de helft van de respondenten een herkenningsreactie teweeg na presentatie van deze wijzer, 37% let op de wijzer. De declaraties op de voedingswaardewijzer worden door veel respondenten onjuist geïnterpreteerd. Jongeren en hoger opgeleiden blijken de voedingswaardewijzer beter te kunnen interpreteren dan andere respondenten. Respondenten staan in het algemeen positief tegenover het etiketteren van voedingsmiddelen met voedingswaardewijzers. Van de respondenten zegt 67% in de toekomst deze wijzer te zullen gebruiken. Dit gebruik lijkt gestimuleerd te worden door een indringende confrontatie van de respondenten met de voedingswaardewijzer.

Fermentatieve processen worden reeds eeuwenlang gebruikt in de voedings- en genotmiddelenindustrie. Reeds 3000 jaar voor Christus werden door Chinezen uit rijstprodukten langs fermentatieve weg bereid. De Assyriërs hadden reeds 2000 jaar voor Christus een bloeiende wijncultuur. De kennis van deze processen werd empirisch van generatie op generatie overgedragen, maar omtrent de functie van de micro-organismen in deze processen was toendertijd niets bekend. Pasteur ontdekte als eerste de essentiële rol van bepaalde micro-organismen bij de produktie van gefermenteerde levensmiddelen.

Via een extractieprocedure met ethanol, water en 4-methylmorfolino-N-oxide is het mogelijk de niet-zetmeel-polysacchariden (NSP) uit gerst en mout volledig in oplossing te brengen en te fractioneren, Belangrijke structuurkenmerken van de NSP blijven daarbij intact. Het blijkt dat covalente bindingen tussen de yoornaamste NSP-componenten, p-glucaan en arabinoxylaan, geen significante rol spelen bij de interne structuuropbouw van de gerstkorrel. De ontwikkelde fractioneringsmethode maakt het mogelijk de afbraak van de NSP tijdens de vermouting te onderzoeken.

In deze literatuurstudie zijn de blaastumoren als beroepsziekte behandeld tegen de achtergrond van dezelfde aandoening door andere oorzaken bij mens en dier. Om de aard van deze tumoren, hun ontstaan, opsporing en behandeling - maar ook hun vermijding - te kunnen begrijpen, wordt ingegaan op de biologie van de afvoerende urinewegen en hun tumoren, op carcinogene verbindingen en hun veranderingen in het lichaam en op processen die leiden tot een niet meer te herstellen verandering van cellen die uiteindelijk leidt tot vorming van tumor. Tenslotte worden maatregelen besproken om door wettelijke regelingen en verbeterde arbeidshygiëne te komen tot controle van de blootstelling, om door gericht periodiek geneeskundig onderzoek te komen tot tijdiger ontdekking van de ziekte en door betere registratie te komen tot meer kennis omtrent het ontstaan en vermijden, het herkennen en het behandelen van deze beroepsziekte.> Bladder tumors as occupational diseases caused by exposure to chemical substances. Bladder cancer. Carcinogens.

A gas chromatographic method with alkali flame ionization detection is described for the determination of urinary total (free and conjugated) anthranilic acid (AA) and 3-hydroxyanthranilic acid (HAA) as their pentafluorobenzyl esters. Prior to analysis, urine was hydrolysed using hydrochloric acid in a boiling water bath. The highest AA and HAA yields were obtained with 4 M hydrochloric acid and a hydrolysis time of 4 h. The coefficients of variation of the between-run analyses of AA and HAA at the endogenous level were 7.2 and 5.8%, respectively. The average recovery for both substances was 84%. The method described has been used to study the excretion of AA and HAA in the urine of healthy males and females before and after an oral load of tryptophan. Furthermore, the influence of oral contraceptives has been investigated. Results indicate that for both sexes the excretion of AA in the urine was higher than that of HAA, except after tryptophan loading. The excretion of AA by women was higher than by men. For HAA, the results of both sexes were comparable. Furthermore, for neither of the sexes was a diurnal variation of AA or HAA observed. After tryptophan loading, the formation of HAA was increased by more than that of AA. Results obtained for women on oral contraceptives indicate a hormonal-induced inhibition of AA formation.

Straight chain, saturated and unsarurated, aldehydes are important constituents of citrus fruit, dairy, vegetable, meat and other flavours. For instance, alkanals and 2-alkenals (C6 to C14) have been detected and quantified in Bitter Orange Oil. The organoleptic qualities and threshold values of these compounds are quite different; moreover, the qualities change a lot on dilution. An attempt has been made to correlate the physicochemical parameters with the organoleptic properties of alkanals, alkenals and alkadienals from C6 to C14. The studied physicochemical parameters are molecular weight, vapour pressure, melting point, molecular refraction, partition coëfficient and dipole moment: the structural features have also been studied. Organoleptic qualities (of concentrated and diluted stimulants) and threshold values have been investigated. Structure-activity relationships have been found for the flavour components, alkanals. alkenals and alkadienals, with isolated and conjugated double bonds. The organoleptic qualities include penetrating-pungent, green herbal, rosefatty, citrusy, and others. An explanation is advanced of the effects of length of carbon chain, place of double bond(s), isolated and conjugated, and Z and E geometrical isomers, on organoleptic quality and threshold values.