Print Email Facebook Twitter Verslag RIKZ Workshop Dioxines en Baggerspecie Title Verslag RIKZ Workshop Dioxines en Baggerspecie Author Anonymous, A. Contributor Schipper, C. Eisma, M. Klamer, H. Leonards, P. Felzel, E. Lamoree, M. Van Hattum, B. Corporate name Rijkswaterstaat Date 2005-07-20 Abstract In recente metingen van dioxineachtige stoffen in baggerspecie met de DR-CALUX assay zijn in de periode 2001 t/m2004 in aantal havenvakken uit het Rijnmondgebied een verhoogde waarden gevonden, waarvoor tot nu toe geen sluitende verklaring kon worden gegeven. Onder auspiciën van het RIKZ is op 20 juli 2005 een workshop met een aantal dioxine experts georganiseerd, met als doel: het exploreren van verschillende theoretische verklaring van de verhoogde DR-CALUX respons, het in kaart brengen van goed gedocumenteerde vergelijkbare TIE (toxicity identity evaluation) benaderingen voor dioxineachtige stoffen, en het formuleren van aanbevelingen voor invulling van gerichte aanvullende casestudies. De uitkomst van de studiedag zal verder gebruikt worden voor de invulling van de handreiking Nader Onderzoek CTT. De belangrijkste conclusies waren: Er is geen sluitende theoretische verklaring gevonden voor de verhoogde DRCALUX respons in zwevend stof (ZS) en baggerspecie op de Nieuwe Maas. De afname in concentraties PAKs en PCBs zijn niet te correleren met DR-CALUX respons. Met uitzondering van enkele havenvakken, waarvan directe industriële emissies van dioxines bekend zijn, zijn er geen duidelijke (diffuse) bronnen geïdentificeerd van dioxines en/of dioxineachtige stoffen. Het in kaart brengen van (ontbrekende) fysische- en sedimentatie gegevens van de Nieuwe Maas en havenvakken is cruciaal voor het bepalen van de herkomst van de baggerspecie en het nader interpreteren van de invloed van locale emissies in de havens op de sedimentchemie op de rivier De aanwijzing dat verontreiniging in de zeemonding een andere temporele spreiding vertoont dan stroomopwaartse havenvakken, suggereert een sterke invloed van mogelijke bovenstroomse verontreinigde rivieraanvoer. Het verdient aanbevelingen voor het samenstellen van het flowdiagram Nader Onderzoek CTT meer achtergrond informatie beschikbaar te stellen zoals informatie over DR-CALUX respons in ZS, vrachten vanuit diffuse bronnen locaties van rioolwater overstorten, rwzis, debieten van effluent continue, concentraties in rivierwater Er bestaat onduidelijkheid over de toegepaste clean-up systemen voor de DRCALUX test: zure clean-up (monitoring) en multi-layer kolom(validatiestudies RIVO) Interessante hotspots voor TIE onderzoek zijn de Chemiehaven, Botlek, Waalhaven en Petroleumhavens Over de rol van fytotoxines zijn geen duidelijke conclusies te trekken. De beschikbare gegevens (dichtheden van enkele specifieke soorten en algemene parameters) zijn niet geschikt om uitspraken af te leiden over de mogelijke aanwezigheid van specifieke calux actieve toxines. Daarnaast is het waarschijnlijk dat deze verbindingen met de toegepaste clean-up worden verwijderd. Het bijeenbrengen van relevante gegevens m.b.t. bronnen, herkomst en identiteit van stoffen en dit voorleggen aan een multidisciplinair panel werd door alle aanwezigen als zeer nuttig en effectief ervaren en heeft in korte tijd geresulteerd in een aantal belangrijke conclusies en inzichten, die bruikbaar zijn voor de verdere invulling van het nader onderzoek in de CTT. Subject dioxinesbaggerspecieDR-CALUX Classification LBP1000 To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:5e7260b1-0334-4d99-9ae7-7d04bbd53127 Publisher Rijkswaterstaat, RIKZ Part of collection Hydraulic Engineering Reports Document type report Rights (c) Rijkswaterstaat, RIKZ Files PDF VU_-IvM_2005_Workshopvers ... specie.pdf 239.58 KB Close viewer /islandora/object/uuid:5e7260b1-0334-4d99-9ae7-7d04bbd53127/datastream/OBJ/view