Het voorspellen van de macro-economische gevolgen van de bestrijding van waterverontreiniging met afbreekbaar organisch materiaal met behulp van een economisch model

Het voorspellen van de macro-economische gevolgen van de bestrijding van waterverontreiniging met afbreekbaar organisch materiaal met behulp van een economisch model

Jaski, B.T.J.
Van Weele, M.D.

Van Miltenburg, A.J.M. (mentor)

Applied Sciences

Chemische Technologie

1973-04

Het model van het Centraal Planbureau is een macro-economisch model; dit betekent, dat er verschijnselen bestudeerd worden die primair betrekking hebben op de economie als geheel. Het model bestaat uit een stelsel van onderling afhankelijke vergelijkingen waarmee de samenhang tussen de economische variabelen geformuleerd wordt. Alleen die variabelen worden in het model opgenomen die van belang zijn voor de probleemstelling, endogene variabelen geheten. Endogene variabelen zijn o.a. de waarde van de afzet van de verschillende sectoren, de vraag naar arbeid in de milieusector, de investeringen in de milieusector die onttrokken moeten worden aan de kapitaalmarkt ... enz. Variabelen die van buitenaf het beschreven economisch proces beïnvloeden, maar niet door het proces zelf beïnvloed worden, zoals b.v. de gewenste zuiveringsgraad van het oppervlaktewater (β) noemt men exogene variabelen. De afhankelijke vergelijkingen waaruit het model bestaat, kunnen gerangschikt worden in vier soorten: - definitievergelijkingen; - technische vergelijkingen; - institutionele vergelijkingen; - gedragsrelaties. Deze worden toegelicht in hoofdstuk VI-1 Input-Output Model. Er zijn vijf bedrijfssectoren in het model onderscheiden, te weten: landbouw, nijverheid, bouwnijverheid, diensten en de sector milieu die als producent van "schoon" water aan de andere sectoren beschouwd wordt. Als uitgangspunt is genomen het principe: de vervuiler betaalt, zodat het duidelijk is dat, afhankelijk van de hoeveelheid geloosd afbreekbaar organisch materiaal, de waarde van de afzet van elk der sectoren beïnvloed wordt door de milieusector. En daarmee vele andere variabelen zoals werkgelegenheid, prijzen ... enz. De resultaten van dit model zijn alleen bij partiele bestrijding van verontreiniging van belang. Ze geven geen inzicht in de economische problematiek van een integrale aanpak van de waterverontreiniging en zijn ook niet via een vermenigingsvuldigingsfaktor daartoe te herleiden. Allereerst wordt aandacht geschonken aan de waterproblematiek om een inzicht te krijgen welke processen zich in het oppervlaktewater afspelen en hoe deze door lozingen beïnvloed worden. Vervolgens wordt de meeteenheid voor de mate van vervuiling besproken en toegelicht met een tabel waar de vervuiling-coëfficiënten per sector zijn gegeven. Bij de bespreking van het model wordt de input-en cutput analyse, die de grand­slag van het model vormt, verklaard aan de hand van input-output tabellen (figuur 1 en figuur 1a) van twee varianten. Daarna volgt een toelichting op de vergelijkingen in het model. De wijze waarop het model geprogrammeerd is op de Univac 1108 computer en een toelichting bij het rekenen op de Univac 1108 te Heerlen vanuit de TH-Delft worden in de volgende twee hoofdstukken beschouwd. In de discussie worden de resultaten besproken, terwijl tevens enkele varianten aan de orde komen.

http://resolver.tudelft.nl/uuid:d7e70cb7-6b77-4710-9bac-163250b2e3ae

Student theses

student report

(c) 1973 B.T.J. Jaski, M.D. van Weele