Nauwkeurigheid van formules voor windopzet aan de hand van meetgegevens van het IJsselmeer

More Info
expand_more

Abstract

Voor meren is het gebruikelijk de windopzet te voorspellen met een formule die als parameters de strijklengte, de waterdiepte, de invalshoek van de wind en de windsnelheid in het kwadraat heeft. In deze formule zit een constante verwerkt die in de literatuur verschillende waarden heeft. In dit onder-zoek wordt er gekeken naar de gemiddelde waarde en de standaardafwijking van deze constante a.d.h.v. meetgegevens rondom het IJsselmeer. Hieruit zal blijken dat deze formule met de windsnelheid in het kwadraat een erg slechte benadering is om de windopzet te voorspellen. De berekeningen komen echter veel dichter bij de realiteit wan-neer de windsnelheid niet tot de tweede, maar tot de derde macht genomen wordt. De verklaring hiervoor is een evenredigheid tussen de wrijvingscoëfficiënt tussen lucht en water en de windsnel-heid. Voor het bepalen van de nauwkeurigheid van de formule wordt in eerste instantie gekeken naar een standaardafwijking van de constante in de formule. Met deze methode worden de resultaten voor grotere windopzetten echter erg onnauwkeurig. Een manier om dit op te lossen is door bij de voor-spelde windopzet een constante op te tellen die een standaardafwijking heeft, en bij een waarde van nul de gemiddelde windopzet geeft. Deze standaardafwijking heeft een dimensie, en is afhankelijk van het beschouwde gebied. Het uiteindelijke resultaat is een nauwkeurige ontwerpformule waarin een standaardafwijking zit, die echter niet constant is voor elk gebied.