Handleiding uitloging en verspreiding vanuit Depots

Naar een nieuw toetsingskader

More Info
expand_more

Abstract

De noodzaak om te baggeren in Nederland is evident. Dit werd onlangs opnieuw bevestigd door het in juli 2005 verschenen Kabinetstandpunt Waterbodems [1]. Hierin wordt aangegeven dat het uit economisch oogpunt (scheepvaart) noodzakelijk is om de baggerachterstand in Nederland op korte termijn weg te werken. Om de veiligheid in Nederland te kunnen waarborgen, zullen in de komende decennia bovendien grote hoeveelheden uiterwaardmateriaal vrijkomen in het kader van de projecten Ruimte voor de Rivier [2] en Zandmaas/Grensmaas [3]. Daarnaast is een aantal waterbodems zodanig vervuild dat in het kader van de Wet bodembescherming [4] sanering noodzakelijk is vanwege onaanvaardbare risico’s voor het oppervlaktewater, de natuur, de mens en het grondwater. Daarbij worden tevens de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water [5] in ogenschouw genomen. De ervaringen in de afgelopen decennia hebben geleerd dat verwerking en toepassing van alle vrijkomende baggerspecie niet haalbaar is. Dit heeft niet alleen te maken met de kosten van verwerking en toepassing, maar ook met de civieltechnische eigenschappen van baggerspecie. In het Kabinetstandpunt baggerspecie wordt ingezet op kosteneffectieve bestemmingen. Niet langer wordt een verwerking van 20% van het vrijkomende volume aan baggerspecie nagestreefd. Nadrukkelijker wordt ingezet op berging van baggerspecie in depots.