Ontwerp van de kruising van de geplande Betuwelijn met de rivier de Noord

More Info
expand_more

Abstract

Om in Nederland aan de toenemende vraag naar goederenvervoer per spoor te kunnen voldoen is in 1990 door de NS het plan Rail 21 Cargo gepresenteerd. Onderdeel van dit plan is de aanleg van een hoogwaardige verbinding van Rotterdam naar Zevenaar die exclusief gebruikt wordt voor het goederenvervoer. Deze verbinding wordt de Betuwelijn genoemd. Deze lijn moet het goederenvervoer per spoor van de haven van Rotterdam naar het Duitse achterland gaan verzorgen. Onderdeel van de Betuwelijn is het Sophiatracé. Dit tracé bestaat uit drie delen. Het westelijke landgedeelte, het gedeelte vanaf Kijfhoek tot aan de Rietbaan. Het rivierengedeelte, het gedeelte dat onder de Rietbaan en de rivier De Noord door loopt en het oostelijke landgedeelte. Dit is het gedeelte vanaf de rivier De Noord tot aan de AlS. Voor het Sophiatracé zijn, naast het alternatief uit de projectnota Betuweroute (alternatief 1), waarbij de sporen in het westelijke landgedeelte in een openbak op 6.00 m onder het maaiveld liggen, twee andere alternatieven onderzocht. - Omdat in de projectnota de sporen in het westelijke landgedeelte al op grote diepte liggen, is allereerst een alternatief onderzocht, alternatief 2, waarbij in dit gedeelte de sporen in een tunnel liggen. Hiervoor is het lengteprofiel bepaald. Het lijkt mogelijk dat tegen geringe meerkosten een kwalitatief betere oplossing verkregen kan worden dan de in de projectnota gepresenteerde oplossing. Deze is daarom verder uitgewerkt. - Als laatste is een geboorde tunnel onderzocht (alternatief 3). Omdat een geboorde tunnel veel dieper moet komen te liggen dan een afgezonken tunnel zijn lange en dure opritten noodzakelijk. Hierdoor levert een geboorde tunnel geen goede oplossing op, en is daarom niet verder uitgewerkt. Voor de drie verschillende tracédelen van alternatief 2 is de uitvoeringsmethode bepaald. Het rivierengedeelte wordt uitgevoerd als afgezonken tunnel. De tunnelelementen kunnen in de Polder het Nieuwland, of elders gebouwd worden. Hiervoor komt bijvoorbeeld het bouwdok in Barendrecht in aanmerking. Het oostelijke landgedeelte wordt geheel uitgevoerd volgens de in de projectnota gepresenteerde oplossing. De uitvoeringsmethode voor het westelijke landgedeelte wordt in grote mate bepaald door de ligging in een waterwingebied. Vanwege de eisen die het waterleidingbedrijf IJselmonde stelt ten aanzien van wateronttrekking uit het gebied, komt alleen een bouwkuip van stalen damwanden met een vloer van onderwaterbeton voorzien van trekpalen in aanmerking. De tunnel kan in het westelijke landgedeelte ter plaatse gebouwd worden, of uitgevoerd worden als afgezonken tunnel. Wanneer de tunnel ter plaatse gebouwd wordt moet over de gehele lengte een bouwkuip van stalen damwanden, met een vloer van onderwaterbeton voorzien van trekpalen, gemaakt worden. Dit is een dure oplossing en derhalve is deze oplossing vergeleken met een tunnel die uitgevoerd wordt als afgezonken tunnel. Deze laatste oplossing is constructief uitgewerkt. Wanneer het westelijke landgedeelte uitgevoerd wordt als afgezonken tunnel komt voor het bouwdok alleen een lokatie binnen de hoogwaterkeringen komen in aanmerking. De grootste voorkeur gaat uit naar het alternatief voor de afgezonken tunnel waarbij in twee bouwdokken om en om tunnelelementen gebouwd worden. Dit bouwdok moet dan ongeveer halverwege het westelijke landgedeelte komen te liggen. Op deze wij ze kunnen 11 tunnelelementen met een lengte van 150 m gebouwd worden. Van het bouwdok en de tunnelelementen is globaal de ligging bepaald. Omdat niet het gehele westelijke landgedeelte als afgezonken tunnel uitgevoerd wordt, moet een gedeelte ter plaatse gebouwd worden. Van het westelijke landgedeelte zijn de relevante doorsneden bepaald. Na de uitwerking van het westelijke landgedeelte is het nog niet mogelijk vast te stellen of het gunstiger is de tunnel af te zinken of ter plaatse te bouwen. Tevens kan nog niet bepaald worden of de extra kosten die aan een tunneloplossing verbonden zijn opwegen tegen een ter plaatse gebouwde tunnel.