Analyse van de maatgevende afvoer van de Maas te Borgharen
More Info
expand_more
Abstract
Dit rapport beschrijft de resultaten van het onderzoek naar de maatgevende afvoer van de Maas te Borgharen. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het randvoorwaardenboek 2001 (rvw2001). De resultaten van een aantal deelonderzoeken zijn afzonderlijk gerapporteerd. Deze deelonderzoeken betreffen de homogenisatie van de afvoerreeks bij Borgharen voor de periode vanaf 1984 tot en met 1992, de statistische analyse van de meetreeks vanaf 1911 tot en met 1998, een analyse naar de representativiteit van de meetreeks vanaf 1911, de analyse van de vorm van de maatgevende afvoergolf en een analyse van mogelijke effecten van klimaatverandering. Dit rapport is een samenvatting van alle deelrapporten, waarin slechts de hoofdlijnen zijn weergegeven. Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar de afzonderlijke deelrapporten. In het onderzoek zijn drie statistische methodes gebruikt om een betrouwbaarheidsinterval te verkrijgen voor de maatgevende afvoer van de Maas te Borgharen. De eerste variant is een herberekening op basis van de methode en de meetreeks zoals vastgesteld in het kader van het Boertien II onderzoek, aangevuld met de beschikbare data tot en met 1998. De 95%-betrouwbaarheidsinterval komt uit op 3140 - 4595 m3/s. Variant twee gebruikt de statistische methodiek van Boertien II, maar heeft een aangepaste meetreeks voor de periode 1984 tot en met 1987. Dit deel van de reeks is gecorrigeerd aan de hand van de nieuwe Q(h)-relatie voor Borgharen die vanaf januari 1993 geldig is. De 95%-betrouwbaarheidsinterval komt uit op 3110 - 4535 m3/s. De derde variant maakt gebruik van dezelfde reeks als variant twee. Ten opzichte van het onderzoek van Boertien II is gebruik gemaakt van een extra verdeling, de Rayleigh verdeling. Daarnaast is Bayesiaanse statistiek toegepast, waarmee het mogelijk is een gewogen gemiddelde 1/1250 afvoer te berekenen. De 95%-betrouwbaarheidsinterval volgens deze variant komt uit op 3170 - 4227 m3/s. Deze waarde ligt een stuk lager dan de andere varianten wat met name ligt aan het feit dat de 1/1250 afvoer volgens de Rayleigh verdeling relatief laag is en deze verdeling volgens de Bayesiaanse analyse een groot gewicht krijgt.