De zandbalans van het Zeegat van Texel, bepaald met verschillende buitendelta-definities

More Info
expand_more

Abstract

In dit werkdocument is getracht de verwarring met betrekking tot de stellingname over "zandverlies in de buitendelta" te ontrafelen. De invloed van de verschillende definities op het gedrag van het volume van een buitendelta is hierom uitgewerkt. Daarnaast is in dit werkdocument het gedrag van de buitendelta uitgewerkt, gedefinieerd als morfologische eenheid. In een later stadium kunnen de resultaten gebruikt worden voor het toepassen van empirische relaties. Op hun beurt kunnen deze meer inzicht geven in de morfologische relaties van de buitendelta's, de aangrenzende kusten en de binnendelta's van het Waddengebied. Bij het opstellen van een zandbalans van een buitendelta is het uitgangspunt vaak een buitendelta met vaste grenzen. Indien de verandering in het zandvolume van de buitendelta gevraagd wordt dan is het uitgangspunt vaak een buitendelta met grenzen die in de tijd in grootte en van plaats veranderen. Om de zandhuishouding van de buitendelta (platen en geulen) te bepalen zijn vier definities te onderscheiden, die verband houden met alle grenzen van de buitendelta: 1. Ondergrens van de delta: een horizontale vlak, constant in de tijd Gebiedsgrenzen: vaste grenzen, constant in de tijd 2. Ondergrens van de delta: een referentie-bodem, met de kust meebewegend in de tijd Gebiedsgrenzen: vaste grenzen, constant in de tijd 3. Ondergrens van de delta: Een referentie-bodem, constant in de tijd Gebiedsgrenzen: morfologische eenheid, die in grootte en van plaats verandert 4. Ondergrens van de delta: Een referentie-bodem, met de kust meebewegend in de tijd Gebiedsgrenzen: morfologische eenheid, die in grootte en van plaats verandert Ter illustratie zijn de definities toegepast op het Zeegat van Texel.