Witte steenkool tussen Waal en Maas

Verkennend onderzoek naar de technische en economische haalbaarheid van de winning van energie uit waterkracht in de omgeving van Heerewaarden

More Info
expand_more

Abstract

Met het oog op de werkloosheidsproblematiek te Heerewaarden (Utrecht) verzocht de industriebond FNV om een onderzoek naar de rentabiliteit van waterkrachtwinning in de omgeving van Heerewaarden. Het betrof hier met name de mogelijkheid van benutting van verval tussen Waal en Maas, die hier op amper een kilometer afstand van elkaar voorbij stromen. Vrijwel alle reeds onderzochte locaties voor waterkrachtwinning in Nederland betreffen locaties bij stuwen, waar een deel van het debiet over de stuw zonder grote gevolgen door een centrale gevoerd kan worden. In het land van Maas en Waal lagen de zaken minder eenvoudig. Gemiddeld is er te Heerewaarden een verval van ca. 2,25 m. aanwezig (Waalwaterstand hoger dan Maaswaterstand). Een onderschrijdingslijn voor dit verval was niet voor handen, dus moesten er uitgebreide hydrologische studies aan te pas komen om dezelijn zelf te construeren. Het debiet.door de centrale was hier geen vast gegeven: door het laten stromen van een debiet van Waal naar Maas ontstaan stuwkrommes die het oorspronkelijke verval verkleinen. Debiet en verval beinvloeden elkaar wederzijds. In de loop der tijd zullen morfologische veranderingen op beide rivieren het verval weer vergroten. In tegenstelling tot de situatie bij de gebruikelijke "stuwcentrales was hier sprake van zeer grote omgevingsinvloeden op o.a. scheepvaart, drinkwaterwinning uit de Maas (Waal is vuiler dan Maas), hoogwaterbestrijdingsbelangen, etc., wat leidde tot enerzijds beperkende voorwaarden voor het gebruik van de centrale en anderzijds moeilijk bepaalbare kostenposten voor schade aan genoemde belangen. Naeen groffe kladberekening rees de verwachting dat de hele zaak verre van rendabel zou zijn, waarna besloten werd tot het berekenen van een bovengrens voor de rentabiliteit. De omvangrijke problematiek werd hanteerbaar gemaakt middels tal vanruwe aannames, die de meest gunstige situatie weergaven. Zelfs deze maximaal gunstige waarde voor de rentabiliteit bleek voor alle onderzochte varianten nog zo negatief te zijn, dat diepgaander onderzoek overbodig was. De onderzochte waterkrachtwinning is niet rendabel. Misschien liggen er nog mogelijkheden bij opname ervan in een multipurposeproject, waardoor kosten gedrukt kunnen worden (bijv. tweede Maas-Waal kanaal in de omgeving van Heerewaarden). Ondergetekende acht dit echter niet waarschijnlijk gezien de wel zeer ongunstige uitkomsten van zijn onderzoek.