Beunbezinkprocessen

Studie naar het te verwachten poriënvolume in een beun

More Info
expand_more

Abstract

In de baggerpraktijk gaat het vooral om de hoeveelheid zand die geladen kan worden en de tijd die daarvoor nodig is. Om de kosten van het project te kunnen bepalen, is een nauwkeurige schatting van het benodigde aantal beunladingen gewenst. Het bepalen of berekenen van porienvolumes in een beun levert de nodige problemen op. Daarom wordt vaak voor het porienvolume in het beun een waarde van n = 40% aangenomen. In de praktijk blijkt echter dat een dergelijke aanname te optimistisch maar soms ook te pessimistisch is. Vaak worden in de praktijk grafieken gebruikt om het porienvolume te schatten. De volgende conclusies kunnen naar aanleiding van dit rapport getrokken worden: • het verloop van de grafiek, die in de baggerpraktijk gebruikt wordt, is reeel • de schatting van het insitu-porienvolume kan verbeterd worden door de methode van Heezen en Van der Stap te gebruiken • voor de eerste hypothese "naarmate de DNIF toeneemt, treedt minder vertraging in bezinkproces op", is geen bewijs gevonden • de tweede hypothese "naarmate de DMF toeneemt, wordt een dichtere pakking gerealiseerd", is wel bevestigd. Voor verder onderzoek kunnen twee aanbevelingen gedaan worden: • de bezinkverdichtingsproef op grotere schaal uitvoeren de invloed van de glazen cilinder op de processen, die tijdens de bezinkverdichtingsproef een rol spelen, is namelijk onbekend en als de schaal waarop de proef wordt uitgevoerd toeneemt, neemt de mogelijke invloed van de cilinderdiameter en -wand op deze processen af • meer veldproeven uitvoeren hierbij moeten alle parameters van de zanden bepaald worden, met name de DMF, uniformiteitscoefficient en het minimale en maximale porienvolume en ook moeten zanden met grotere waarden voor de DMF , dan die in het laboratorium beproefd zijn, getest worden

Files