Herstel van estuariene gradienten in het Waddengebied

Een onderbouwing van de ecologische meerwaarde van dit herstel en een eerste aanzet tot uitwerking

More Info
expand_more

Abstract

Het beleidsmatige streven om te komen tot herstel van estuariene gradiënten in het Waddengebied vindt wetenschappelijke ondersteuning in de verwachting dat dit een ecologische meerwaarde betekent van de huidige situatie. Deze ecologische meerwaarde uit zich in een toename van de habitatdiversiteit in de vorm van een uitbreiding van het brakwaterareaal, en betekent een versterking van de natuurwaarde van het Waddengebied. De mogelijkheden tot herstel en daarmee ook de realisatie van de meerwaarde is overigens afhankelijk van de locatie. Het ultieme streven vanuit het oogpunt van ecologisch herstel naar een open verbinding tussen zoet en zout water met getijdeinvloed kan in een situatie zoals bij de Westerwoldse Aa in belangrijke mate worden gerealiseerd. In veel beperktere mate is herstel mogelijk bij de situaties van zout-zoet-wisselingen bij uitwateringssituaties zoals bijvoorbeeld bij Roptazijl, waar in eerste instantie slechts het deelaspect van vismigratie kan worden aangepakt. Door het bestuderen van herstelprojecten die reeds zijn uitgevoerd, zoals de ontpoldering van de voormalige 3e en 4e polder van de Kroon’s Polders op Vlieland, is inzicht te verkrijgen in de haalbaarheid en meerwaarde van herstelprojecten. De locatie Afsluitdijk is door de grote omvang een geval apart. Volgens Janssen en Bartelds (1999) bieden de grote hoeveelheden zoetwater en de nog bestaande morfologische structuren goede mogelijkheden tot herstel van een estuariene gradiënt juist in dit gebied van de Waddenzee. Hoewel het geheel of gedeeltelijk slechten van de Afsluitdijk als barrière tussen zoet en zout in ecologisch opzicht de meest na te streven situatie is, was de opdracht van het onderzoek dat in dit rapport wordt beschreven om uitsluitend te kijken naar herstel van de estuariene gradiënt aan de Waddenzee-zijde van de Afsluitdijk. Op basis van argumenten afkomstig uit het onderzoek naar visziekten, vismigratie, biodiversiteit, de modellering van de gevolgen op de saliniteit van alternatieve spuilocaties en spuihoeveelheden, lijkt een herstel van één of meer aspecten van estuariene gradiënten in het Afsluitdijkgebied mogelijk. Het merendeel van het IJsselmeerwater zou daartoe moeten worden gespuid via de sluizen bij Kornwerderzand. Bij Den Oever én bij Kornwerderzand zouden de spuikokers vooral ‘s nachts, wanneer vissen het meest actief zijn, zoveel mogelijk moeten worden geheven tot 50 cm. hoogte ten behoeve van de vismigratie. Het spuien van water moet tenslotte vooral overdag plaatsvinden via zoveel mogelijk spuikokers. Hierbij verdient het aanbeveling om meer variatie in het peil van het IJsselmeer toe te staan. In een nadere locatie-gerichte studie zouden de gevolgen voor andere, chemische, fysische en biologische gradiënten, moeten worden onderzocht. Een belangrijk punt hierbij is of de bestaande morfologische gesteldheid, de sedimentatie en erosieprocessen die mede leiden tot kweldervorming, passend zijn bij een nieuw groter brakwaterareaal nabij Kornwerderzand. Tenslotte is van groot belang of herstel van estuariene gradiënten naast een ecologische meerwaarde ook van maatschappelijke, sociaal-economische betekenis kan zijn. Deze aspecten verdienen in de komende jaren in een bredere discussie aandacht. Het is belangrijk zich te realiseren dat aanvoer van zoetwater voor herstel van estuariene gradienten essentieel is. Daarmee is het Waddengebied ook een water-vragende partij geworden en zal moeten worden meegewogen in zoetwaterhuishoudkundig beheer. Kennisontwikkeling moet voortvarend ter hand worden genomen om uiteindelijk tot verantwoorde adviezen te kunnen komen. De hoofdvraag voor de komende jaren is: • welke tijd-ruimte aspecten zijn relevant voor (het herstel van) brakwater intergetijde gebied? • “hoeveel zoetwater is er per tijd en ruimte nodig ter optimalisatie van een estuariene gradiënt” • “welke andere ( morfologische, chemische en biologische ) parameters zijn voor herstel relevant”

Files