Natuurvriendelijke waterkeringen langs de Westerschelde

Handreiking voor integraal beheer

More Info
expand_more

Abstract

In dit rapport staat een integrale benadering van het beheer van zeedijken centraal. Aandachtspunten zijn behoud van cultuurhistorische waarden en behoud en ontwikkeling van natuurwaarden, waaronder die in de getijdezone (litoraal) en de vegetaties van zoutplanten in het supra-litoraal. In dit rapport wordt geen aandacht besteed aan onderwaterbestortingen, onder meer omdat deze relatief weinig aansluitend aan de dijken in de Westerschelde voorkomen en hier andere factoren bepalend zijn voor de flora en fauna. Het integraal beheer is een relatief nieuw aspect in de benadering van zeeweringen, die primair tot doel hebben het land tegen overstromingen te beschermen. Het plangebied is de Westerschelde. Zeedijken vervullen diverse functies. Ze spelen in het landschap en het recreatiepatroon een grote rol. De rust en wijdsheid van een verblijf aan de dijk lokt plaatselijk veel recreanten. Watergebonden recreatie staat centraal. Cultuurhistorische waarden zijn vrij algemeen aanwezig. In de glooiing zijn vaak oude materialen uit het verleden aanwezig. Oude (landbouw)haventjes laten het voormalige gebruik van de kuststrook zien. De natuurwaarde wordt ontleend aan het bijzondere milieu op de dijk. Dit wordt primair bepaald door de hydralogische situatie, maar ook de mens speelt een grote rol door het beheer van het watersysteem en de materiaalkeuze bij de dijkbekleding. Er komen op het harde substraat in de getijdezone bijzondere levensgemeenschappen voor. Ze zijn nauw verwant met de flora en fauna langs de Atlantische rotskusten. In vergelijking met de Oosterschelde, waar in Nederland de hoogste natuurwaarden op hard substraat in de getijdezone worden gevonden, is de Westerschelde soortenarm. Toch vormt op nationaal niveau de Westerschelde een uitgestrekt (potentieel) habitat voor deze flora en fauna. Op verscheidene plaatsen zijn tussen de stenen op de dijk (boven de hoogwaterlijn) zoutplanten aan te treffen. Vaak is het een pover restant van wat voor de dijkverzwaringen aanwezig was. Enkele soorten komen voor op de Rode Lijst van in Nederland bedreigde planten. Dit onderzoek omvatte een inventarisatie en kartering van zowe! de natuur- als de cultuurhistorische waarden. Voor het eerste aspect is gebruik gemaakt van onderzoeksresultaten uit 1990 (litoraal). Daarnaast heeft een vegetatiekartering van rond 1980 als bron gediend (supra-litoraal). Informatie over cultuurhistorische waarden werd voornamelijk ontleend aan de diverse beheerders.

Files