Integrale veiligheid spoortunnels

More Info
expand_more

Abstract

Het doel van dit afstudeeronderzoek is het optimaal integreren van een onderbouwde veiligheidsfilosofie in het ontwerp van de tunnel onder het Groene Hart ten behoeve van de HSL-Zuid. In dit eerste deelrapport is de veiligheidsfilosofie voor de HSL-Zuid vergeleken met de veiligheid bij andere infrastructurele projecten. Het resultaat van deze vergelijking vormt de basis voor de methodiek waarmee in deelrapport II de veiligheid voor de boortunnel onder het Groene Hart nader wordt uitgewerkt. Deelrapport III bevat de analyses van veiligheid bij infrastructurele projecten en overige achtergrondinformatie. Deelrapport I bevat de vergelijking van de verschillende projecten op basis van een aantal criteria. Het resultaat is een zestal methoden van omgaan met veiligheid, conflicten op verschillende niveaus, grote verschillen in de belangen van de betrokken partijen en grote verschillen in de uiteindelijke keuze van veiligheidsmaatregelen. Op basis van deze vergelijking is een aantal aanvullingen op het Integraal VeiligheidsPlan voor de HSL-Zuid voorgesteld. De belangrijkste aanbeveling is om veiligheid multidisciplinair te benaderen door in een vroegtijdig stadium de belangen van de verschillende belanghebbenden te analyseren. De tweede stap in de multidisciplinaire benadering is het uitvoeren van een probabilistische analyse van het integrale vervoerssysteem, waarna in de derde en belangrijkste stap de interpretatie en de uitwerking van de eisen in de probabilistische analyse plaatsvindt. Deze derde stap is essentieel doordat het volledige vervoerssysteem moet voldoen aan de topeisen van het Integraal VeiligheidsPlan en een balans gevonden moet worden in de verschillende belangen van de betrokken partijen. Belangen die een rol spelen zijn economische belangen, de perceptie van de toekomstige gebruikers en de belangen van hulpverlenende diensten. Een tweede aanbeveling is om de normering van het maatschappelijk risico aan te passen en een stricter onderscheid te maken in het opstellen en onderbouwen van de normering en vervolgens het toetsen van het systeem aan de normering. In het Integraal VeiligheidsPlan worden twee topeisen onderscheiden, de Karakteristieke Waarde (KW) voor het maatschappelijk risico en het Persoonlijk Risico (PR) voor het risico van de individuele reiziger. Voorgesteld wordt om de KW te verhogen tot 14,8 slachtoffers per jaar voor het gehele systeem. Aanbevolen wordt om het PR evenredig toe te delen over het traject omdat een onevenredige verdeling moeilijk eenduidig uitlegbaar en daardoor niet acceptabel is. De KW dient in principe ook evenredig over het systeem verdeeld te worden, waarbij een integrale afweging uitsluitsel moet geven over de mate van evenredigheid. Een integrale afweging die plaats vindt op basis van aspecten als bijvoorbeeld inpassing in de omgeving, milieu-overlast, kostenaspecten en veiligheid. Deelrapport II bevat de specificatie van de veiligheidsfilosofie naar de veiligheid voor de boortunnel onder het Groene Hart. Een referentie-ontwerp is geformuleerd waarvan het risiconiveau met behulp van een risico-analyse is gekwantificeerd. Ook het effect van een aantal aanvullende veiligheidsmaatregelen in het ontwerp is gekwantificeerd. De verschillende veiligheidsmaatregelen zijn onderverdeeld naar de schakels in de veiligheidsketen, zoals die door het Ministerie van Binnenlandse Zaken zijn geïntroduceerd. Deze keten bestaat uit de schakels Pro-actie, Preventie, Preparatie, Repressie en Nazorg. Het referentie-ontwerp op basis waarvan de veiligheidsmaatregelen zijn vergeleken omvat het integrale systeem van een trein die door een tunnel rijdt. Het referentie-ontwerp bestaat uit de subsystemen infrastructuur, verkeersleiding, procesvoering, beveiliging trein & baan en het rollend materieel. Deelrapport III bevat een aantal analyses van veiligheid bij infrastructurele projecten. Een analyse is gemaakt van de integratie van veiligheid in het ontwerp van de Störebelttunnel in Denemarken, de Channel Tunnel Rail Link in Engeland, de Kanaaltunnel, de Westerschelde Oeververbinding en de Willemspoortunnel in Rotterdam. De analyses bevatten de gehanteerde veiligheidsfilosofie en de onderbouwing van de uiteindelijk gekozen veiligheidsmaatregelen. Deze analyses vormen de basis voor de vergelijking in deelrapport I.

Files