Het ruimtegebruik van de Noordzee in de toekomst

Verwachtingsbeelden vanuit de verschillende beleidsvelden

More Info
expand_more

Abstract

In najaar 2003 is geinventariseerd welke ontwikkelingen in het ruimtegebruik op de Noordzee te verwachten zijn in de komende decennia. Hiervoor zijn interviewgesprekken gehouden met zestien deskundigen (voornamelijk uit de rijksoverheid, maar enkelen van daarbuiten) over tien verschillende beleidsvelden. De conclusies zijn: 1. Een toenemend gebruik van de ruimte op de Noordzee is te verwachten door natuurgebieden, windmolenparken, en in mindere mate ook door zandwinning, telecomkabels en recreatievaart 2. Het ruimtegebruik door scheepvaartroutes en militaire oefengebieden zal in de beschouwde periode grosso modo gelijkblijven 3. Een afnemend ruimtegebruik is te verwachten van de visserij (door sluiting van gebieden) en op termijn van de olie- en gaswinning (door sluiting van de winningslokaties) 4. Vaak is meervoudig gebruik van de ruimte op zee goed mogelijk doordat verschillende gebruikers verschillende lagen (bodem, water, lucht) benutten, of doordat aktiviteiten niet tegelijkertijd plaats hoeven te vinden 5. Concurrentie om de ruimte zal gaan plaatsvinden rond de aanwijzing van natuurgebieden in zee, en rond de vestiging van windmolenparken. In beide gevallen zal een aantal andere gebruiksvormen worden beperkt of uitgesloten 6. De concurrentie om de ruimte zal het eerst gaan spelen in het zuidelijk deel van de nederlandse EEZ 7. Het merendeel van de geinterviewden vond desgevraagd een (ruimtelijke) toekomstvisie voor de Noordzee gewenst 8. Vrijwel alle geinterviewden vonden één of andere vorm van sturing door de overheid van het ruimtegebruik op de Noordzee gewenst of noodzakelijk 9. De geinterviewden verschilden van mening over de vraag of deze sturing plaats zou moeten vinden door middel van ruimtelijke wetgeving of, zoals op het ogenblik, door een samenstel van de Wet Beheer Rijkswaterstaatswerken, de Mijnwet en de Natuurbeschermingswet.

Files