Natuurtechnische en civieltechnische aspecten van rivierdijkvegetaties

More Info
expand_more

Abstract

Een aantal kenmerkende, overblijvende (meerjarige) soorten van de stroomdalflora, met name van het verbond van de droge kalkgraslanden (Mesobromion) en van het Glanshaververbond (Arrhenatherion elatioris), vertonen een zodanig diepe en hechte doorworteling en bestendigheid tegen erosie, dat het ook uit oogpunt van oeververdediging toelaatbaar en wellicht zelfs aanbevelingswaardig is, bij dijkverzwaringen een zodanige situatie te creeren, dat deze soorten en de door hen gevormde begroeiingen zich aldaar kunnen ontwikkelen. Het onderzoek bestaat uit zes deelgebieden: 1. het beschrijven van de plantengemeenschappen zoals die op de rivierdijken voorkomen; 2. onderzoek van diepte en mate van beworteling van een aantal soorten; 3. onderzoek parameters van helling en expositie en van een aantal bodemop een aantal lokaties binnen het kader van het sub 1. en 2. genoemde onderzoek; 4. onderzoek naar de mate en het tijdstip van kieming in relatie tot de aard en de mate van openheid van het substraat; 5. onderzoek naar het op de onderzochte dijkvakken gevoerde beheer, zowel in het heden als in het recente verledenj 6. onderzoek naar de erosieweerstand van het bodem-wortelsysteem aan de hand van monsters uit verschillende plantengemeenschappen. Het onderzoek is uitgevoerd bij de vakgroep vegetatiekunde, Plantenoecologie en Onkruidkunde van de Landbouwuniversiteit in Wageningen. Het onderzoek van deze vakgroep richt zich in belangrijke mate op de toepassing van vegetatiekundige beheerstechnieken met name in landbouwgewassen en in lintvormige landschapselementen en andere zogenaamde 'randgebieden' van de landbouw.