Het droogproces van slib uit het Delftse Hout

Abstract

Om baggerslib te kunnen hergebruiken is het belangrijk dat bekend is hoe lang het duurt totdat het gedroogd is. Om dit te kunnen testen is van het baggerslib uit het Delftse Hout een monster genomen van zowel fijn als grof slib. De hoofdvraag hiervan was: hoe snel gaat het dit droogproces en hoe hangt dat af van de samenstelling, in het bijzonder de korrelgrootte en het gehalte organische stof? De verwachting was dat het fijne slib een hoger vochtgehalte heeft dan het grove slib en dat slib met organisch materiaal meer water zou kunnen vasthouden dan slib zonder organisch materiaal. Van dit slib zijn het vochtgehalte, de plasticiteitsgrenzen, het gehalte organische stof en de korrelgrootteverdeling bepaald. Verder is van een deel van het fijne materiaal het organische materiaal verwijderd en zijn opnieuw de plasticiteitsgrenzen bepaald. Om de droging van het slib te kunnen bepalen is zeven weken later opnieuw een monstername gedaan, waarbij het vochtgehalte en het gehalte organische stof zijn bepaald. De conclusie hiervan is dat het droogproces inderdaad afhangt van de korrelgrootteverdeling en van de aanwezigheid van organisch materiaal en dat de verwachtingen klopten. Bij het fijne slib is de vochtafname 2,55 mm per dag.