Kustverdediging na 1990 (Kustnota 1990)

Technisch Rapport 12: Strandhoofden en paalrijen, evaluatie van hun werking

More Info
expand_more

Abstract

Langs de Nederlandse kust zijn in de loop der eeuwen een groot aantal strandhoofden en (na 1965) een kleiner aantal paalschermen gebouwd. Het doel van deze hoofden is het verminderen van de kusterosie. Hoofden zijn, naast de bouw van zeedijken, lange tijd het enige middel geweest om iets aan kustverdediging te doen. Veel hoofden zijn gepland en gebouwd op basis van ervaring en evaluaties van het kustgedrag over een relatief korte periode. De theoretische concepten, die de laatste 20 jaar ontwikkeld zijn, hebben geen afdoende kwantitatieve beschrijving kunnen geven van de werking van strandhoofden op de lange termijn. Door een analyse uit te voeren van de werking van de strandhoofden langs de Nederlandse kust, wordt in dit rapport getracht een uitspraak te doen over het nut van de bestaande hoofdenstelsels en over de vraag of het zinvol is nieuwe hoofdenstelsels te bouwen. Geconstateerd wordt dat hoofden op twee verschillende manieren invloed kunnen hebben op het kustgedrag, nl. via een beinvloeding van het door golven aangedreven brandingsstroomtransport en door een beinvloeding van de aanval van de getijstroom op de kust. In dit laatste geval is de werking van een strandhoofd te vergelijken met die van een rivierkrib. Uit de analyse is gebleken dat op die plaatsen waar strandhoofden de getij stroom van de kust afhouden (dus als krib werken), zij over het algemeen goed tot zeer goed functioneren. Dit zijn vrij kostbare hoofden, omdat door de stroming contractiekuilen voor de koppen van de hoofden ontstaan, die op hun beurt weer een zware kopbestorting van het hoofd vereisen. Het handhaven van deze hoofden is noodzakelijk. Afbreken zal automatisch tot kusterosie gaan leiden. Op plaatsen waar strandhoofden als brandingsstroom remmers werken, is hun werking minder duidelijk aan te tonen. In die gevallen waar de resulterende brandingsstroom klein is (bijv. door golfinval uit vele verschillende richtingen) blijken strandhoofden nauwelijks te functioneren in het tegengaan van doorgaande erosie De indruk be staat dat door de bouw van deze hoofden het strand en de onderwateroever iets steiler is gaan staan. Afbraak van deze hoofden leidt wellicht tot verflauwing van de kust, en dientengevolge tot tijdelijke erosie. Bij de meeste kustvakken waar dit soort hoofden liggen is een dergelijke tijdelijke erosie niet toelaatbaar; afbraak van hoofden mag dus alleen plaatsvinden na een zeer gedegen studie over de morfologische gevolgen van het verwijderen van de hoofden. In die gevallen waar duidelijk wel een overheersende golfrichting is, blijken strandhoofden de doorgaande erosie (met name boven de laagwaterlijn) te verminderen Dit leidt wel altijd tot grote lijerosie, die bestreden kan worden door de bouw van nog meer hoofden. In deze gevallen is het doel wel min of meer bereikt. De kosten zijn echter zeer hoog, door de noodzaak om "lijerosiehoofden" te bouwen. Afbraak van deze hoofden moet afgeraden worden, omdat de kust zich inmiddels aan de nieuwe situatie aangepast heeft (is een stuk steiler geworden). Hierdoor zal afbraak altij d leiden tot versterkte erosie.