Huurbepaling van nieuwbouw en huuraanpassingen in de voorraad

More Info
expand_more

Abstract

Deze aflevering in de serie 'Volkshuisvesting in theorie en praktijk' behandelt de diskrepantie tussen de huurbepaling van nieuwbouwwoningen en de huuraanpassingen in de voorraad. Allereerst wordt ingegaan op enkele publikaties die op de relatie tussen deze twee overheidsinstrumenten wijzen . Vervolgens worden onderzoeksresultaten gepresenteerd: er zijn bijna 300 dossiers van nieuwbouwkomplexen onderzocht. Van verschillende kanten wordt er op gewezen dat gestreefd zou moeten worden naar één integrale waarderings- en huurvaststellingsmethodiek. In de situatie van het tot en met 31 juni 1986 geldende woningwaarderingsstelsellijkt deze gedachte gerechtvaardigd. De aansluiting tussen huurvaststelling en huuraanpassing is slecht. Opvallend is dat dit vooral is gekonsentreerd bij de woningwetwoningen. Het beeld is voor de premiehuursektor veel gunstiger. Introduktie van het nieuwe woningwaarderingsstelsel per 1 juli 1986 levert een aanzienlijke verbetering op. Alleen de nieuwbouwhuren in stadsvernieuwingsgebieden blijven voor een belangrijk deel nog onder de minimaal redelijke huurgrens . Toch wordt de noodzaak tot het komen tot één stelsel door de verbeterde aansluiting veel minder groot. Overigens lijkt een waarderingsmethodiek, gebaseerd op het binnenwerkskernoppervlak, nog meer mogelijkheden te bieden voor een zo optimaal mogelijke aansluiting tussen de huurbepaling en huuraanpassing.

Files