Kustverdediging van de koppen van de Waddeneilanden

De dynamiek van de kust nabij buitendelta's en passende maatregelen voor het kustbeheer

More Info
expand_more

Abstract

In dit rapport wordt een overzicht geboden van mogelijke kustbeheermaatregelen bij de eilandkoppen van de Wadden en de Kop van Noord-Holland. Daarbij wordt de vraag beantwoord waar zandwinning voor suppleties kan plaatsvinden. Hiervoor is het noodzakelijk om een overzicht te schetsen van de belangrijkste processen rond de koppen van de eilanden. De buitendelta’s van de Waddenzee blijken hierbij een belangrijke rol te spelen, zowel door hun invloed op de kustachteruitgang, als door hun rol in het zanddelende systeem van Waddenzee, eilandkusten en buitendelta’s. De buitendelta’s zijn zandrijke ondieptes zeewaarts van de zeegaten die tussen de Waddeneilanden liggen. De buitendelta’s bestaan uit platen, die merendeels onder water liggen, en getijdegeulen. De geulen en platen op de buitendelta’s zijn dynamisch, zowel de locatie als de hoogte verandert in de loop van de tijd. De veranderingen op de buitendelta’s beïnvloeden de aangrenzende kust, doordat geulen in de richting van de kust verplaatsen en doordat zandplaten met de kust verhelen. Ten opzichte van de ‘normale’ doorgaande kust zijn de kustprofielen van eilandkoppen zowel extreem steil, wanneer een getijdegeul onder de kust ligt, als extreem flauw, bij verheelde zandplaten. Bij de koppen van de Waddeneilanden én de kop van Noord-Holland is de achteruitgang van de kustlijn meestal gekoppeld aan de landwaartse verplaatsing van een getijdegeul. De buitendelta’s vormen een schakel in het zanddelende systeem, samen met de Waddenzee en de eilandkusten. Onder invloed van de stijgende zeespiegel ‘vraagt’ de Waddenzee zand, dat voor een belangrijke deel wordt geleverd door de eilandkusten, met kustlijnachteruitgang als gevolg. Het huidige Nederlandse kustbeleid heeft als strategische doel het duurzaam handhaven van de veiligheid en duurzaam behoud van de functies en waarden in het duingebied. Beheermaatregelen worden genomen wanneer de achteruitgang van de kust waarden en functies van het achterliggende gebied bedreigd. Bij de koppen van de eilanden zijn zowel ontwikkelingen op de buitendelta, als de zandvraag van de Waddenzee oorzaak van achteruitgang van de kust. De beheermaatregelen moeten zó worden ingericht dat functies en waarden kunnen worden behouden. Voortkomend uit het strategische doel van het kustbeleid zijn twee operationele doelstellingen voor beheermaatregelen geformuleerd: 1. Het tegengaan van structurele kustachteruitgang. 2. Het aanvullen van de zandvoorraad van het gehele zanddelende systeem. Samen met de drietrapsstrategie van zand vrij laten bewegen (niet ingrijpen) – zandbuffers aanleggen (suppleren)– zand vasthouden (harde constructies) vormen de twee doelstellingen het uitgangspunt voor het beoordelen van verschillende beheermaatregelen voor eilandkoppen. STRANDSUPPLETIES Strandsuppleties voeden de ondiepe kustzone. Wanneer de kustachteruitgang wordt veroorzaakt door de landwaartse verplaatsing van een geul compenseren strandsuppleties dit slechts voor een deel. Voor het tegengaan van de landwaartse geulverplaatsing moeten andere methoden dan strandsuppleties in stelling worden gebracht. Wanneer Noordzeezand (zand van buiten het zanddelend systeem) gebruikt wordt voor suppleties van de kustzone, zal het zand direct ten goede komen aan het zandbudget van het zanddelend systeem. HARDE VERDEDIGINGEN (bestorting, strandhoofden, korte en lange dammen) Wanneer ontwerp en uitvoering van de harde kustverdedigingen goed passen bij het erosieprobleem kunnen deze lokaal zeer effectief zijn. Harde kustverdedigingswerken leveren echter geen aanvulling van de zandvoorraad van de Nederlandse kust en belemmeren in sommige gevallen het doorgaande zandtransport langs de kust. ZANDBUFFERS (geulwandsuppleties, zanddammen) Indien voldoende zand wordt aangebracht, langs de geulwand of dwars op de geul, zal een getijdegeul tijdelijk uit de kust worden gehouden. Ervaringen met grote ingrepen met zand rond eilandkoppen zijn beperkt, zodat niet op voorhand is vast te stellen hoe lang een dergelijke ingreep meegaat. Zandbuffers van Noordzeezand dragen bij aan de tweede doelstelling voor het kustbeheer, het op peil houden van het zandbudget van de Nederlandse kust. ZANDSLUITINGEN In situaties met structurele kusterosie als gevolg van de aanwezigheid van een relatief kleine getijdegeul onder kust kan een zandsluiting van de getijdegeul overwogen worden. De oorzaak van de kustachteruitgang wordt hiermee weggenomen en ter plaatse ontstaat een zandbuffer voor de kust. Zandsluitingen voldoen aan beide operationele doelstellingen voor het kustbeheer, mits het zand op de Noordzee wordt gewonnen. Ervaringen met zandsluitingen ten bate van het kustbeheer ontbreken vooralsnog. Aanbevolen wordt om operationele kennis op te doen met het aanbrengen van zandbuffers en het uitvoeren van zandsluitingen bij eilandkoppen. Deze ingrepen kunnen gebruikt worden om tijdelijke fasen van erosie, die kenmerkend zijn voor de ontwikkelingen bij eilandkoppen, te overbruggen. ZANDWINNING Voor zandwinning zijn op de Noordzee, buiten de –20 m NAP contour zandwingebieden aangewezen. Zandwinning is niet toegestaan op buitendelta’s, in de kustzone en in de Waddenzee. Het zandwinbeleid voor de Waddenzee en aangrenzende gebieden is onder andere ingegeven door de kennis van het zanddelende systeem. De tweede doelstelling van het kustbeheer, aanvullen van de zandvoorraad van het fundament van de kust, niet wordt bereikt als het suppletiezand gewonnen wordt op de buitendelta’s. Zandwinning op de buitendelta’s is daarom een tijdelijke maatregel,die niet wordt aanbevolen. Bovenstaande overzicht is een algemene schets van de voor- en nadelen van beheermaatregelen voor eilandkoppen. Lokale factoren bepalen deels ontwerp, morfologische ontwikkelingen en de impact van de verschillende beheermaatregelen. Per locatie dient daarom een afweging gemaakt te worden over de haalbaarheid van de verschillende beheermaatregelen. Naast de bovenstaande operationele doelstellingen van het kustbeheer moeten de beheermaatregelen gericht zijn op het duurzaam behoud van de functies en waarden in het kustgebied. Hiervoor dienen ook de korte en lange termijn baten en lasten, risico’s en effecten op ecologie en waterkwaliteit te worden vergeleken.

Files