Transformaties van het Rijksmuseum

Tussen Cuypers en Cruz y Ortiz

More Info
expand_more

Abstract

Een halve eeuw geleden constateerde de hoofddirecteur van het Rijksmuseum, Arthur van Schendel, na de verbouwing van zijn museum nog triomfantelijk: ‘In de zomer van 1962 vestigde het Rijksmuseum de aandacht op zich door de openstelling van een complex van dertig nieuwe zalen en een gehoorzaal van bijna 400 plaatsen, een nieuw gebouw binnen de muren van het oude. Het was niet het eindpunt, maar wel een hoogtepunt in een lange serie van werkzaamheden die na de bevrijding werden ondernomen om Nederlands wereldberoemde kunst- verzameling op waardige en moderne wijze te huisvesten en tot haar recht te laten komen’. Later werd deze verbouwing door architectuurcriticus Max van Rooy ‘de meest gewelddadige mishandeling’ van het gebouw genoemd. Met de interventie van Cruz y Ortiz arquitectos zijn bijna alle sporen van deze ingrepen uit de weder- opbouwperiode verdwenen. In de periode tussen Pierre Cuypers en Cruz y Ortiz heeft het Rijksmuseum wijzigingen ondergaan waaraan verschillende oorzaken en concepten ten grondslag lagen. Daarbij kwam steeds een aantal zaken terug: de onderdoorgang, de representatie van de ruggengraat van het gebouw (Voorhal, Eregalerij en Nachtwachtzaal), de onoverzichtelijkheid van looproutes, het continue ruimtegebrek en de omgang met het decor van Cuypers. Het zijn ook de belangrijke thema’s van het masterplan van Hans Ruijssenaars uit 1996, dat de opmaat vormde voor de recente verbouwing.

Files