Monitoring HCB-gehalten in het sediment en zwevend materiaal van het Zeehavenkanaal te Delfzijl

More Info
expand_more

Abstract

In 1994 is het Zeehavenkanaal te Delfzijl gesaneerd vanwege te hoge gehalten aan hexachloorbenzeen (HCB). Veel van het vervuilde sediment is verwijderd en het doel was de landelijk geldende normering voor baggerslib te halen, waarna de havenbeheerder het baggerslib weer in de Bocht van Watum zou kunnen verspreiden. Echter, de laatste 3 procent van het HCB is blijven liggen, omdat deze alleen met relatief hoge kosten kon worden verwijderd. Sindsdien is er een monitoringsprogramma uitgevoerd om vast te stellen hoe snel de HCB-gehalten zullen dalen en wanneer de gehalten in het sediment wel onder de norm komen te liggen. Het idee hierachter is dat de gehalten dalen door afdekking en vermenging met relatief schoon slib dat vanuit het Eems-Dollard estuarium in het Zeehavenkanaal bezinkt. Na zes jaar onderzoek werd geconcludeerd dat de HCB-gehalten aan de oppervlakte van de bodem sterk zijn gedaald. Daarnaast is berekend dat het nog tot ongeveer 2007 zal duren voordat de gehalten voor een groot deel beneden de norm voor baggerslib zullen komen. Dit geldt echter niet voor een relatief klein gebied net rond de koelwaterlozing. Via deze lozing werd in het verleden de HCB geloosd. Dit gebied bevat nog steeds zeer hoge gehalten HCB in het sediment, welke tijdens het onderzoek niet of nauwelijks zijn gedaald. Het advies is om dit gebied apart te baggeren, waardoor in de toekomst een veel kleinere hoeveelheid slib op land hoeft te worden geborgen. Hoe lang dit moet worden gedaan, is nu nog niet in te schatten.

Files