Kustverdediging na 1990 (Kustnota 1990)

Abstract

Zowel in het kader van de voorbereiding van de nota Kustverdediging als het Regionaal Ontgrondingenplan Noordzee wordt een grote behoefte aan Noordzeezand voorzien. Het betreft zand ten behoeve van erosiebestrijding van de kust (suppletiezand) en voor gebruik op land (vnl. ophoogzand) . volgens het huidige beleid wordt dit zand zeewaarts van de 20 meter dieptelijn gewonnen. Voor winning in scheepvaartgeulen mag dichter onder de kust worden gewonnen. De vaarafstand is een belangrijke kostprijs verhogende factor van het te winnen zand. De vraag is of winning dichter onder de kust mogelijk is zonder dat het kustgedrag negatief wordt be1nvloed. In deze studie is dit voor een beperkt aantal locaties t.p.v. min of meer gesloten kustsecties nagegaan (Scheveningen, Bergen, Texel en Ameland). Tevens is het effect van zandwinning in de IJ-geul onderzocht. De effecten van het op grote schaal in tijd en ruimte onttrekken van zand uit de kustz6ne zijn in deze studie niet onderzocht. Aanzetten tot een dergelijk onderzoek zijn gegeven in Technisch Rapport 19 - innovatieve methoden van kustverdediging. De studie is in twee gedeelten gesplitst : 1. de beoordeling van de gevolgen van zandwinning op de kustlijn bij de vier locaties langs de kust; 2. onderzoek naar het effect op de kustlijn van zandwinning uit de IJ-geul.