Vaargeulonderhoud, zandwinning & kustlijnzorg

Risico's en perspectieven voor Rijkswaterstaat

More Info
expand_more

Abstract

Rijkswaterstaat heeft als beheerder van de rijkswateren en de kustlijn verschillende taken en belangen: • Natte netwerkbeheerder: aanleg en onderhoud van het vaarwegennet; • Kustlijnzorg, bestrijden structurele achteruitgang van de kust en compenseren zandverliezen op dieper water; • Vergunningverlener van ontgrondingen in rijkswateren; • Belangrijke afnemer van (ophoog) zand voor droge en natte aanlegprojecten en kustsuppleties. Rijkswaterstaat weet vaak synergie te bereiken tussen taken, bijvoorbeeld door vaargeulonderhoud en zandwinning te combineren, waardoor wordt bespaard op onderhoudskosten. Van een spanningsveld is sprake indien zand uit het kustfundament wordt ontrokken, bijvoorbeeld door het onderhoud aan zoute vaargeulen uit te laten voeren als zandwinning voor de markt. Het zandverlies op dieper water dat daarmee ontstaat dient Rijkswaterstaat vanwege kustlijnzorg weer aan te vullen. Binnen het spanningsveld van de beheertaken kustlijnzorg en vaargeulonderhoud wordt in dit project geadviseerd over het bereiken van synergie met zandwinning. Dit onderzoek inventariseert het spanningsveld / synergievoordelen tussen de taken vaargeulonderhoud en zandwinning in zoete rijkswateren en, in combinatie met de taak kustlijnzorg, in de zoute rijkswateren. Het dient ter standpunt bepaling van Rijkswaterstaat over: • de huidige beheer- en onderhoudsfilosofie voor het op diepte houden van (vaargeulen in) de zoete en zoute rijkswateren. Bijvoorbeeld de (on) wenselijkheid om delen van het vaargeulonderhoud als zandwinning uit te laten voeren; • de huidige beheer- en onderhoudsfilosofie voor het op peil houden van de zandvoorraad van het kustfundament; • de winning van bouwgrondstoffen uit rijkswateren (kennisuitwisseling tussen diensten over de zandmarkt en zandstromen uit rijkswateren versus provinciale ontgrondingen); • de meerjarenbehoefte van Rijkswaterstaat aan ophoog- en beton/metsel-zand voor eigen projecten en het benodigde zand voor kustsuppleties; • de visie van Rijkswaterstaat en Domeinen over het aanbestedingenbeleid voor zandoverslagputten en nabijgelegen haven en vaargeulonderhoud; • de visie van Rijkswaterstaat en Domeinen op de te heffen domeinvergoedingen voor zandwinningen in zoete en zoute rijkswateren; CONCLUSIES • Rijkswaterstaat bereikt in hoge mate synergie tussen vaargeulonderhoud en zandwinning; zowel bij rivieronderhoud als bij vaargeulen. • Voor de zoete rijkswateren worden synergievoordelen optimaal benut. • In de zoute rijkswateren is sprake van een spanningsveld tussen vaargeulonderhoud en kustlijnzorg. Natuurlijke processen zorgen voor aanzanding van de vaargeulen. Vaargeulonderhoud door middel van commerciële zandwinning leidt tot een afname van het zandvolume in het kustfundament. Dit compenseert Rijkswaterstaat met kustsuppleties. Er is sprake van een “zandcarrousel” rond de kust. • Onderhoud van zoute vaargeulen door zandwinning lijkt voor Rijkswaterstaat als vaargeulbeheerder voordelig. Voor heel Rijkswaterstaat blijkt de combinatie met zandwinning echter duurder, omdat de zandverliezen uit het kustfundament elders weer worden aangevuld met kustsuppleties. • Over de periode 1990-2003 blijkt dat bijna alle zandig bodemmateriaal dat aan het kustfundament wordt ontrokken met zandwinning, weer wordt aangevuld met kustsuppleties. Een deel van het zandverlies wordt veroorzaakt door zandig materiaal van vaargeulonderhoud in het Maasmond gebied dat terechtkomt in de loswallen buiten het kustfundament. • Rijkswaterstaat is de grootste vergunningverlener voor de winning van ophoogzand en zelf een voornaam afnemer. • Het gebruik van zeezand zal verder toenemen, dus ook de invloed van zeezand op de prijsvorming van ophoogzand.

Files