Handreiking Toetsen Voorland Zettingsvloeiing t.b.v. het opstellen van het beheerdersoordeel (BO) in de verlengde derde toetsronde

More Info
expand_more

Abstract

De opbouw van dit rapport is: • In hoofdstuk 2 worden de relevante fenomenen beschreven die een rol spelen bij een zettingsvloeiing. Zowel de gedetailleerde als geavanceerde toetsing bestaan uit het bepalen van de kans op falen van de dijk ten gevolge van een zettingsvloeiing en de vergelijking van die kans met een toelaatbare faalkans. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen (a) de kwantificering van de kans op het optreden van een zettingsvloeiing en (b) de kwantificering van de kans dat de inscharingslengte een bepaalde kritieke waarde overschrijdt. Deze kwantificeringen bestaan uit de volgende activiteiten: • In hoofdstuk 3 het vaststellen van de taludgeometrie; • In hoofdstuk 4 het verzamelen van relevante gegevens middels grond- en laboratoriumonderzoek; • In hoofdstuk 5 het verwerken van die gegevens in een analyse van de mogelijke vloeiingen; • In hoofdstuk 6 het berekenen van de faalkans en het vergelijken van die kans met de toelaatbare faalkans. In Bijlage A wordt de eenvoudige en gedetailleerde toets gedemonstreerd in een case study. De berekening van de toelaatbare faalkans waaraan de berekende faalkans moet worden getoetst wordt gegeven in Bijlage B. In Bijlage C wordt een samenvatting gegeven van de benodigde gegevens voor het uitvoeren van de beoordeling.