Nota betreffende beschikbare hoeveelheden ophoogzand in de benedenrivieren

More Info
expand_more

Abstract

Ingevolge mondelinge opdracht van den Directeur-Generaal dient te worden nagegaan of een hoeveelheid van rond 40 miljoen m^3 ophoogmateriaal gewonnen zou kunnen worden uit de benedenrivieren. Dit ophoogmateriaal zou vooral nodig zijn voor de verzwaring der dijken langs de benedenrivieren en zou daardoor het liefst in de nabijheid dezer werken gevonden moeten worden. Samenvatting resultaten: - Het is mogelijk samen circa 50 miljoen m^3 zand te laten wegbaggeren. Deze hoeveelheden komen niet beschikbaar nadat de genoemde rivieren zijn afgedamd. - Voor de dijksverhoging is er 40 miljoen m^3 ophoogmateriaal te reserveren. - Met het baggeren op de Biesboschkillen zou niet gewacht behoeven te worden tot de afdamming heeft plaatsgehad, daar het hier doodlopende rivierarmen betreft. - Gedurende het tijdvak verlopend tot de afdamming kom het concessiebaggerwerk zodoende in het gedrang. Wil men dit niet, dan komen de Rijksbelangen (dijksbouw, zoetwaterverdeling) in het gedrang en kost elke miljoen m^3 het Rijk al spoedig 300.000 tot 500.000 extra, terwijl dan tevens de zoetwaterverdeling van de agrarische en drinkwater belangen gevaar gaan lopen. Duurt dit tijdvak 15 jaar dan is ongeveer 45 miljoen m^3 concessiezand nodig. Dit zou grootendeels van den Water of van het Hollandsch Diep betrokken moeten worden. De specie die op deze wijze uit het Hollandsch Diep verdwijnt, moet dan later van plaatsen ten westen van Willemstad worden gehaald, zij het met meer kosten voor den dijksbouw. - Het is noodzakelijk de Merweden, Amer, Noord, Kil, Oude Maas, Hollandsche IJssel, Spui, Brielsche Maas en Nieuwe Maas geheel te sluiten voor de concessionarissen.