Aanvaring van waterbouwkundige constructies

More Info
expand_more

Abstract

In dit rapport wordt een aanvaring van een waterbouwkundige constructie beschreven; met name de interactie tussen een schip en een waterbouwkundige constructie. In eerste instantie wordt uitgegaan van een oneindig stijve constructie, van waaruit een benaderingsmethode wordt gegeven om een scheve aanvaring om te zetten in een frontale aanvaring met wrijving langs de wand van de constructie. Daarna is via een eenvoudig interactie-model bekeken hoe groot de energie-opname van de constructie is t.o.v. de energie-opname door het schip. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de energieopname van de aangevaren constructie klein is, zodat in dit perspectief de constructie als oneindig stijf beschouwd mag worden. Vervolgens wordt via een ander interactie-model bekeken hoe groot de verplaatsingen van de aangevaren constructie bij de aanvaring zijn. Hieruit komt voort dat de belangrijkste parameter de dynamische stijfheid van de grond is en dat de verplaatsingen afhankelijk van het type vervoer over de brug, wegverkeer danwel treinverkeer, de verplaatsingen aanvaardbaar (wegverkeer) of te groot (treinverkeer) zijn. Ten slotte wordt een eerste aanzet gegeven om de betonconstructie te berekenen en is de belangrijkste aanbeveling om tot een richtlijn te komen waarin de snelheden en de krachtvervormingsdiagrammen van de verschillende scheepstypen zijn gegeven.

Files

VZanten_1996.pdf
(pdf | 46 Mb)
Unknown license