Zeewaartse kustverdediging Texel

More Info
expand_more

Abstract

In de discussienota 'Kustverdediging na 1990', gepresenteerd in mei 1989, somt Rijkswaterstaat vier mogelijkheden op om het hoofd te bieden aan de verdere afkalving van strand en duin. Deze vier alternatieven zijn: terugtrekken, selectief handhaven, de kustlijn handhaven zoals die er op dit ogenblik bij ligt en het aanvullende alternatief "zeewaarts". Dit laatste alternatief wordt in dit verslag uitgewerkt voor het kustvak Eierland op Texel. Als eerste wordt een beschrijving van het kustsysteem gegeven, welke is onderverdeeld in de volgende drie hoofdsystemen: De gesloten Hollandse kust, Waddeneilanden en Waddenzee en Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden en Delta. Hieruit blijkt dat de gehele Nederlandse kust achteruit gaat en dat de problematiek op Texel niet uniek is. Nadere bestudering van bet Waddengebied toont aan dat met de afsluiting van de Zuiderzee een herverdeling van sediment in de Waddenzee is opgetreden en dat dit proces zich nog steeds aan het voltrekken is. Hieruit zou een van de hoofdoorzaken van de erosie op Texel verklaard kunnen worden. Vooral de laatste jaren baart de kustacbteruitgang op Texel zorgen. Tot de eerste suppletie in 1979 was deze achteruitgang vrij constant (7 m / jaar). Om verdere kustachteruitgang tegen te gaan zijn in de loop der jaren verschillende mogelijkheden onderzocht en uitgevoerd: aanleg van de Bolwerken Robbengat en Eierland, aanleg stroomgeleidende hoofden, aanleg kunstmatig zeewierveld en twee suppleties (1979 en 1984). Na de suppleties zijn grotere verliezen opgetreden dan voor de suppleties.