Vaststellen van klemming in dijkbekledingen van gezette steen met valgewichtdeflectie-metingen

More Info
expand_more

Abstract

Met als doel om te komen tot een snellere en kosteneffectieve werkwijze waarmee kan worden vastgesteld of een twijfelachtige steenzetting geklemd is of niet, zijn in 2010 tot 2012 onderzoeken uitgevoerd om te komen tot een werkwijze waarbij gebruik wordt gemaakt van Valgewicht-deflectie-metingen (VGD). Deze rapportage beschrijft de werkwijze voor het klemmingsort:lerzoek wat gebruik maakt van deze VGD-metingen. Voor het beoordelen van de klemming is het noodzakelijk dat 200 elementen van de zetting worden beproefd met VGD-apparatuur. Interpretatie van deze metingen kan leiden tot het oordeel dat er onvoldoende klemming aanwezig is in de zetting. Voor een positief oordeel met betrekking tot klemming zijn echter vooralsnog ook nog een beperkte set trekproeven noodzakelijk op stenen die aan de hand van de VGD-metingen zijn geselecteerd. Omdat naast de VGD-metingen ook nog trekproeven noodzakelijk zijn, is de methode die gebruik maakt van de VGD-metingen vooralsnog niet wezenlijk goedkoper dan de methode die alleen gebruik maakt van trekproeven. Wel geven de VGD-metingen aanvullende informatie over de stijfheid van de top- en onderlagen, maar die baten kunnen momenteel nog niet worden gewaardeerd. Deze rapportage is opgesteld in het kader van het meerJange project 'Advisering steenbekledingen Zeeland' voor het Projectbureau Zeeweringen (PBZ). Dit projectbureau is opgericht ten behoeve van de renovatie van de steenzettingen in Zeeland en is een samenwerking van Rijkswaterstaat Zeeland en het Waterschap Scheldestromen. Contractueel is de Waterdienst van Rijkswaterstaat de opdrachtgever namens PBZ voor het onderhavige onderzoek. Het deel van het project dat gericht is op kennisontwikkeling sluit aan op het Onderzoeksprogramma Kennisleemtes Steenbekledingen, dat uitgevoerd is in de periode van 2003-2009 in opdracht van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde van Rijkswaterstaat namens PBZ.