Het detecteren van veranderingen in de prestatie van een wielrenner.

More Info
expand_more

Abstract

Het betrekken van de fysiologie bij de wiskundige modellering van prestatiedata van een wielrenner kan een zeer waardevolle stap zijn om veranderingen te detecteren in de prestatie van de wielrenner. De fysiologie beschrijft modellen omtrent verschillende energiesystemen in het menselijk lichaam, die in verschillende stadia van inspanning gebruikt worden. De anaërobe arbeidscapaciteit, een bepaalde energievoorraad die opgeslagen zit in het lichaam, wordt verbruikt op het moment dat er inspanning wordt geleverd boven de zogeheten critical power. Wanneer er inspanning wordt geleverd met een vermogen beneden deze critical power, vult deze voorraad energie in het lichaam zich weer aan. Het verloop van deze energievoorraad kan weergegeven worden door de W' balans. Door deze W' balans terug te modelleren over de gefietste vermogensdata voor een bepaalde dag, kan een maat van prestatie bepaald worden: de gefietste critical power, GCP. Deze gefietste critical power kan voor iedere dag waarvan data beschikbaar is, bepaald worden en op de tijdreeks van deze data kunnen methoden toegepast worden om veranderingen in deze maat van prestatie te detecteren. Methoden die deze veranderingen kunnen detecteren zijn de changepoint analyse en taut string methode. De veranderingen die door de methoden gedetecteerd zijn, kunnen vervolgens naast het logboek van de renner gelegd worden om te kijken of deze veranderingen verklaard kunnen worden. De methode die de veranderingen het nauwkeurigst meet, blijkt de changepoint analyse te zijn.