Buisleidingentransport in Laakhaven Centraal

Een verkeerskundig ontwerp van een transportsysteem voor de bevoorrading van een grootschalige detailhandelvestiging in Den Haag Laakhaven

More Info
expand_more

Abstract

Laakhaven Centraal is door de gemeente Den Haag aangewezen als GDV-lokatie. Een GDV is een verzameling grootschalige detailhandelvestigingen, met minimaal 1500 m^ bruto vloer oppervlak (b.v.o) per vestiging. Er gelden geen branchebeperking, op deze buiten de bestaande kern-winkelconcentraties gelegen lokatie die zowel met de auto als met het openbaar vervoer bereikbaar is. Laakhaven Centraal bestaat uit twee gedeelten, de GDV en Laakhaven Midden en richt zich op 3 markten: zakelijke markt, detailhandel en kantoren en bedrijven (figuur A). De GDV is een gebouw van 3 verdiepingen hoog, meerdere bedrijven zitten boven elkaar, en het transport binnen de GDV kan dus minder gemakkelijk door de bedrijven zelf geregeld worden. Laakhaven Midden bestaat uit gebouwen, die los van elkaar functioneren. Op elk perceel staat één bedrijf, dat haar eigen intern transport kan regelen. De totale oppervlakte van de bedrijven in Laakhaven Centraal is 195.000 m^ b.v.o., groter dan de oppervlakte van het centrum van Den Haag. Er zal veel vrachtverkeer gegenereerd worden naar en van Laakhaven Centraal. Er bestaan belangentegenstellingen tussen de actoren die betrokken zijn bij het goederenvervoer. Het belangrijkste verschil is de tegenstelling tussen bewoners en consumenten enerzijds en de vedaders en vervoerders anderzijds. De eersten willen een prettig leef- en winkelklimaat, de laatsten willen vervoeren met een zo gunstig mogelijke kosten-kwaliteitsverhouding. Het doel van dit onderzoek luidt: Het ontwerpen van een goederenvervoersysteem zodat de bevoorrading in Laakliaven gevi/aarborgd is en liet gebruik van liet systeem geen onoverkomelijke bezwaren oplevert bij de verladers en vervoerders. Onder goederenvervoersysteem wordt verstaan het totale vervoersysteem waarmee goederen vervoerd worden vanaf de herkomst naar de bestemming, inclusief het logistiek concept. Het ontwerp van het goederenvervoer wordt doodopen aan de hand van het functioneel, ruimtelijk en technisch ontwerp. Het goederenvervoersysteem in Laakhaven moet de volgende functies uit kunnen voeren: vervoeren, opslaan, overslaan, en nevenfuncties zoals administratie, onderhouden en activiteiten die ontstaan doordat ook verkoop plaatsvindt. Er wordt een onderscheid gemaakt naar verbindingen en knooppunten. Samen vormen deze een netwerk. De knooppunten zijn het overslagcentrum en de expeditie. De verbindingen zijn het hoofdtransport- en het natransportsysteem. Op basis van een multicriteria analyse, met de tegengestelde belangen van de diverse actoren in weegfactoren uitgedrukt, is voor het hoofdtransport gekozen voor een ondergronds buisleidingentransport (BLT). Criteria waarop de buisleiding goed scoort, zijn de leefbaarheid en de inpasbaarheid in Laakhaven. Voor zowel de bewoner, gemeente, detaillist, consument en de vervoerder is het een transportsysteem dat ten opzichte van andere systemen hoog scoort. Echter, voor de vedader is het systeem minder gunstig. Voor het vervoermiddel in de buis is uit een multi-trailer AGV, een transportband, een capsule en een dragende AGV de laatste gekozen. Een dragende AGV (Automatisch geleid voertuig) is flexibel, heeft voor Laakhaven voldoende capaciteit, en is betrouwbaar. Het buisleidingentransport met AGV's kan ook toegepast worden in andere branches, zoals de bloemenveiling Aalsmeer en afvaltransport. De goederen doodopen het volgende proces vanaf het moment dat ze in het overslagcentrum arriveren (figuur B). De vrachtwagenchauffeur lost de goederen in het overslagcentrum dat is gelegen in bedrijventerrein Binckhorst bij de Mercuriusweg. De goederen worden hier opgeslagen of direct op de AGV overgeslagen. De afmetingen van de AGV zijn 3 x 1,4 meter. Er is ruimte voor goederen met een lengte van 2,5 meter en een breedte van 1,2 meter Goederen die niet in de AGV passen, zoals tapijtrollen, moet de mogelijkheid geboden worden om met vrachtwagens vervoerd te worden. Wanneer de goederen opgeslagen worden, wordt gewacht op een bericht van de detaillist dat hij ze wil ontvangen. Met behulp van rollenbanen kunnen de goederen uit de opslagruimte automatisch op de AGV geladen worden. Alle goederen krijgen een label, waardoor in het gehele systeem bekend is wat de bestemming van de goederen is. Met een snelheid van 5 m/s en langs een helling van 2% worden de goederen door de buisleiding naar Laakhaven Centraal vervoerd. De buisleiding bevindt zich in het kanaal Laakhaven op de bodem. De AGV's kunnen elkaar passeren in de buisieiding. Tussen de twee banen zijn wissels aangebracht. Aan het begin van Laakhaven Centraal, bij het Leeghwaterplein splitst de buisleiding in twee circuits. De buisleiding zal hier net onder maaiveld liggen, om de hoeveelheid af te graven grond te beperken. Het eerste circuit verzorgt voornamelijk de bevoorrading in de GDV en heeft een lengte van 3800 meter Het tweede circuit verzorgt de bevoorrading in Laakhaven Midden en heeft een lengte van 3700 meter (figuur C). De circuits zijn ondeding verbonden om de "robuustheid" van het netwerk te vergroten. Beide circuits kunnen in ruim 14 minuten afgelegd worden, inclusief de laad- en lostijd. De circuits voeren langs expedities waar de goederen gelost worden. Een expeditie vormt de koppeling tussen de buisleiding en de bedrijven. De lokatie wordt bepaald door de maximale honzontale afstand van 25 meter tot aan ieder bedrijf in Laakhaven Midden en door de plaats van de liften zoals die nu in het ontwerp van de GDV zijn gesitueerd. Er zal zowel horizontaal als verticaal transport plaats moeten kunnen vinden. Een expeditie bestaat uit de volgende onderdelen; laad-losperron, twee rollenbanen voor heen- en terugweg, lift, opslagruimte, werkplaats, trap. De rollenbanen voor de terugweg zijn bedoeld voor de goederen die terug moeten naar het overslagcentrum zoals afval en toonmeubelen. De expeditie heeft een modulaire opbouw, waardoor de grootte van de onderdelen aangepast kan worden aan de situatie (figuur D). Het proces in de expeditie vindt ais volgt plaats. Een AGV rijdt de laad-loshaven van de expeditie van bestemming binnen en de rollenbanen op de AGV en van de expeditie gaan draaien. De goederen worden automatisch gelost en in een horizontaal vlak over de rollenbaan getransporteerd naar de lift. In de lift staat een rollend plateau, zodat boven bij de winkels de goederen op het plateau door het winkelpersoneel uit de lift gereden kunnen worden. Het winkelpersoneel zet een nieuw plateau in de lift, zodat de lift de volgende lading goederen op kan halen. In het geval dat de rollenbanen niet draaien, winkelpersoneel niet aanwezig is of een AGV in de expeditie blokkeert, wordt er een signaal naar het overslagcentrum gestuurd, waarvandaan actie ondernomen wordt om de storing te verhelpen. Het aantal AGV's dat aangeschaft moet worden, is afhankelijk van de hoeveelheid te vervoeren goederen, de bedrijfstijd van het buisleidingensysteem, de lengte van het af te leggen tracé en operationele kenmerken als snelheid, minimale volgafstand en -tijd. De gemiddelde hoeveelheid te vervoeren volume per bevoorrading door vrachtwagens is ongeveer 9 m^, gebaseerd op de gemiddelde beladingsgraad en het gebruik van de vervoermiddelen, zoals dat in de GDV in Rotterdam Alexandnum geldt. Het vervoervolume van Laakhaven Midden is bepaald met kentallen betreffende het aantal bevoorradingen per week. In de GDV is het aantal bevoorradingen bepaald aan de hand van de gelijksoortige situatie in Rotterdam Alexandrium. Voor het vervoeren van 8000 m^ goederen per week zijn 19 AGV's nodig. Hierbij is uitgegaan van een bedrijfstijd van 12 uur en een mogelijke spreiding over de dag en de week. Uitbreiding is mogelijk, de maximale capaciteit van de buisleiding is 450 AGV's per uur. Geconcludeerd kan worden dat een buisleiding met een AGV als vervoermiddel de vervoerder een betrouwbare vervoerwijze biedt voor de bevoorrading in Laakhaven Centraal en de ovedast door ladende en lossende vrachtwagens nagenoeg laat verdwijnen. De tijd die de vervoerder moet besteden aan de bevoorrading in Laakhaven is minder geworden, door het korter traject in Den Haag en de snellere laad-loshandling bij het overslagcentrum. Voor de vedader is de onduidelijkheid betreffende de verantwoordelijkheid binnen het systeem een nadeel, maar dit wordt beperkt door een goede juridische regeling. Het systeem biedt ruimte voor geografische uitbreidingen.