Overslagberekeningen zeewering te Harlingen

More Info
expand_more

Abstract

1. In deze nota is enkel ingegaan op het aspekt "benodigde hoogte" van de zeewering. Er zijn meer kriteria waaraan een zeewering dient te voldoen, zoals: standzekerheid, piping, grondmechanische stabiliteit, stabiliteit van de bekleding, etc. 2. De gehanteerde randvoorwaarden en methoden om deze door te rekenen naar de uiteindelijke zeewering te Harlingen zijn behept met een zekere mate van onnauwkeurigheid. Met deze onnauwkeurigheid wordt rekening gehouden door onderbouwende probabilistische berekeningen te maken waarin deze onnauwkeurigheden zijn gemodelleerd. Het resultaat van de probabilistische berekeningen laat zien dat: a. met een deterministische berekening een goede verwachtingswaarde kan worden berekend van de hoeveelheid overslag. b. een indruk kan worden verkregen van de overschrijdingskans van een hoeveelheid overslag groter dan het bergend vermogen van de binnenhaven. 3. Er worden twee alternatieven gepresenteerd, welke zich van elkaar onderscheiden door de gehanteerde hoogte van de zeewering voor het onderdeel "Keersluis". Deze alternatieven worden gepresenteerd in tabel 1 (par. 11). Hierin staat voor elk onderdeel van de zeewering: a. De bijdrage aan de totale overslag in [m3] aan de binnenhaven. b. Het maximale gemiddelde overslagdebiet in [1/ms]. Het totaal van de belasting op de binnenhaven wordt eveneens voor elk alternatief gegeven. De hoogte van de keersluis in alternatief 1, vormt één van de zwakke schakels in het geheel. De huidige hoogte van de keersluis bedraagt: NAP +5,90 [m]. In alternatief 1 wordt een hoogte van de keersluis aangenomen van NAP + 6,40[m]. Het bergend vermogen van de binnenhaven bedraagt ca. 25.000 [m3]. Uit tabel 1 blijkt dat alternatief 1 een belasting op de binnenhaven geeft van ca. 21.000 [in3]. Dit betekent dat onder de maatgevende stormvloedomstandigheid de totale hoeveelheid overslag geringer is dan het bergend vermogen van de binnenhaven. De bijdrage aan de totale overslag door de keersluis bedraagt ca. 7.000 [m3]. De maximale hoeveelheid overslag bedraagt voor de keersluis: ca. 60 [1/ms]. Er wordt opgemerkt dat het wellicht mogelijk is een hoeveelheid water uit de binnenhaven af te laten op de boezem. Hier is geen rekening mee gehouden. 4. In alternatief 2 wordt een hoogte van de keersluis aangenomen van NAP +6,90 [m]. De berekeningen laten in dat geval zien dat de totale hoeveelheid overslag gereduceerd wordt tot ca. 15.000 [m3]. De bijdrage aan de totale overslag door de keersluis bedraagt ca. 1.000 [m3]. De maximale hoeveelheid overslag bedraagt voor de keersluis: ca. 7 [1/ms]. Een tweede zwakke schakel in het geheel wordt gevormd door het onderdeel "doorgangen". De hoogte van dit onderdeel is in deze nota een randvoorwaarde. Het berekende maximale gemiddelde overslagdebiet voor dit onderdeel bedraagt ca. 45 [1/ms]. Deze hoeveelheid overslag dient wel op adequate wijze te kunnen worden afgevoerd. Een alternatief, dat hier niet verder is uitgewerkt, is om dit constructieonderdeel zodanig aan te passen dat onder stormvloedomstandigheden de kerende hoogte tijdelijk wordt verhoogd. Dit kan worden gerealizeerd door middel van aan te brengen schotten in daarvoor bestemde sponningen. 5. De gepresenteerde alternatieven zijn vanuit technisch oogpunt gezien acceptabel. In geval echter de maximale hoeveelheid overslag groter is dan 10 [1/ms], is het noodzakelijk om maatregelen te treffen met betrekking tot de overslagbestendigheid van die onderdelen. In deze nota wordt hier verder geen uitwerking aan gegeven.