Oeverontwikkelingen in het Grevelingenmeer over de periode 1990-2001

More Info
expand_more

Abstract

In het kader van de bekkenrapportage Grevelingenmeer worden onder andere de ontwikkelingen van de oevers nader beschouwd. Voor dit werkdocument zijn de oeverontwikkelingen voor de periode 1990-2001 en 1995-2001 bepaald. Deze zijn vergeleken met de oeverontwikkelingen in de periode 1980-1990. Het doel van deze evaluatie is om na te gaan in hoeverre de ligging van oeverlijnen verder is gewijzigd na de vorige onderzoeksperiode in 1996 en welke gevolgen dit heeft voor de oppervlakte van de droge gebieden en de ondiep water gebieden. CONCLUSIES - Van alle onverdedigde oevers samen is 52 ha aan droog oppervlak verdwenen in de periode 1990-2001. Dit is drie maal zo veel als in de periode 1980-1990 toen 17,7 ha aan droog oppervlak is verdwenen. Van deze 52 ha wordt 50 ha veroorzaakt door een verlies aan droog oppervlak bij Slikken van Flakkee. - De erosie op de onverdedigde oeverlijn is veel verminderd en lijkt te gaan stabiliseren, als de Slikken van Flakkee buiten beschouwing worden gelaten. - Omdat in 2001 de dieptelodingen te vroeg zijn gestopt, is over de wijziging van het ondiep oppervalk van meetlijn 4 van de Slikken van Flakkee niet bekend. Vanaf 1993 zijn er wel dieptelodingen van meetlijn 44 bij de Slikken van Flakkee. Hieruit blijkt dat ook de NAP -2.0 m lijn zeer sterk erodeert en dat de toename aan ondiep oppervlak uitsluitend wordt veroorzaakt doordat de erosie groter is dan de erosie op de NAP -2.0 m lijn. - De erosie van de oeverlijnen van de Veermansplaat is sterk afgenomen nadat de directe verdediging is aangebracht. Alleen meetlijn 19 vertoont nog een sterke erosie. - In de periode 1980-1990 is de directe oeververdediging bij raai 16.04z bij de Hompelvoet doorgebroken. Er vindt nog steeds veel erosie op de oeverlijn plaats. - De erosiesnelheid van de oeverlijn van de indirect verdedigende oevers is sterk afgenomen. De ligging van de NAP -2.0 m lijkt vrij stabiel. - De ligging van de NAP -0.20 m lijn en de NAP -2.0 m lijn van de oevers die direct & indicect verdedigend zijn, lijkt vrij stabiel te zijn. - De stabiliteit van de directe verdediging bij meetlijn 6 (De Punt) en de indirecte verdedigingen bij meetlijn 30.07 en 30.11 (Slikken van Bommenede) moet kritisch worden gevolgd. AANBEVELINGEN - Aanbrengen van een directe oevervedediging bij raai 16.04z bij Hompelvoet. - Wanneer dieptelodingen worden gedaan, moet er op worden gelet dat niet wordt gestopt voordat de NAP -2.0 m lijn is bereikt. Met name bij de Slikken van Flakkee is dit zeer belangrijk. - Bij de Middelplaat en Vlieger moet aan de beide zijden van de hoofdmeetlijn worden gemeten. - Bij Kabbelaarsbank (raai 10.02) moet tot de vaste oever worden doorgemeten en niet worden gestopt wanneer het eilandje voor het vaste land is bereikt.