Gevoeligheidsonderzoek berekening inhoudsveranderingen kustgedeelte Noord-Holland km 10.540 - km 13.600 nabij Callantsoog

More Info
expand_more

Abstract

Met de jaarlijkse kustmetingen kan in een willekeurig kustgedeelte de erosie c.q. sedimentatie berekend worden. De kustraaien die jaarlijks gemeten worden hebben een onderlinge afstand variërend van ca. 200-300 m en een lengte van ca. 800 m. In voorliggende notitie wordt met behulp van komputerberekeningen een onderzoek gedaan naar de invloed van de keuze van vergelijkingsjaren, raaiafstanden en puntafstanden in de raai. De erosie- c.q. sedimentatieberekeningen zijn uitgevoerd in het kustvak km 10.540 - km 13.600 in Noord-Holland. De basisgegevens voor dit onderzoek zijn de jaarlijkse kustmeetgegevens van 1962 tot en met 1979. De gegevens zijn hiervoor opgeslagen in een databestand. Voor het betreffende kustvak zijn van 1962 t/m 1979 inhoudsverschillen ten opzichte van 1962 bepaald en in een grafiek uitgezet als funktie van de tijd. De berekeningen voor de inhoudsverschillen zijn uitgevoerd met gebruikmaking van het programma "Grond" van de Dienst Informatieverwerking. Vervolgens zijn lineaire regressieberekeningen uitgevoerd en de 95% waarschijnlijkheidsgebieden van de afzonderlijke punten en van de regressielijn bepaald. In dit onderzoek wordt nagegaan wat de invloed op de regressierechte en de 95% waarschijnlijkheidsgebieden is: a. Als de jaarlijkse inhoudsverandering ten opzichte van 1962 lopend worden gemiddeld voor 2, 3 en 4 jaar. b. Als de afstand tussen de raaien groter wordt gekozen. c. Als de puntsafstand in de raai verdubbeld wordt. d. Als de regressieberekeningen worden uitgevoerd met alleen de waarden van de even of oneven jaren. CONCLUSIES Bij lopende middeling van de punten ,in de basisgrafiek wordt het verband beter naarmate over meer jaren gemiddeld wordt. Dit komt omdat de verschillen met de tendens (in dit geval een rechte lijn) steeds meer worden uitgemiddeld. De tendens op lange termijn wordt hierdoor beter benaderd. De nauwkeurigheid van de voorspelling van het inhoudsverschil over 10 jaar wordt er niet mee vergroot. Over het vergroten van de afstand tussen de raaien en de keuze van het aantal vergelijkingsjaren kan pas een beslissing worden genomen nadat een voldoende aantal waarnemingsjaren geëvalueerd is. Gedacht wordt aan een periode van minimaal 30 jaar. De afstand tussen de raaien zou misschien maximaal 400 à 600 m kunnen worden, de tussenliggende periode van de vergelijkingsjaren maximaal 2 jaar. De puntsafstand van de diepte/hoogtecijfers in de raai, zoals aangehouden voor de basisberekeningen, kan zonder bezwaar verdubbeld worden. Dit heeft nagenoeg geen invloed op de voorspelling van het inhoudsverschil over 10 jaar. Een en ander werkt arbeidstijdbesparend omdat hiermee de helft van het aantal getallen behoeft te worden opgeslagen in het komputerbestand. Bovenstaande wijzigingen in het inwinnen van de basisgegevens kunnen alleen worden toegepast voor soortgelijke inhoudsverschilberekeningen en tevens voor een kustgedeelte waarbij de mate van achteruitgang van dezelfde orde van grootte is.

Files