Invloed landwinningswerken op de stroomen in Vuile Gat en Haringvliet

More Info
expand_more

Abstract

Bij adres van 28 mei 1943 brengt de Directeur van de N.V. Maatschappij tot Exploitatie van onroerende goederen "Eiland de Tien Gemeten" zijn vrees tot uiting, dat de in 1943 aangelegde landwinningsdam op een der platen van het Hellegat schade zal berokkenen aan den oever van het eiland Tien Gemeten. Ook in 1931 werd reeds een dienovereenkomstig adres gezonden naar aanleiding van den aanleg van den beteugelingsdam van het Hellegat. Conclusies: - Oeveraantasting langs het Vuile Gat op Tien Gemeten zijn tot nog toe op een betrekkelijk beperkte schaal gebleven en overtreffen het gemiddelde van aan diepe stroomen voorkomende overschade vermoedelijk niet. - Eene verdieping van het Vuile Gat sinds 1823 is aantoonbaar, deze heeft een natuurlijke oorzaak. - Blijkens metingen van 1941 heeft de Hellegatdam geen merkbaren invloed gehad op de stroomen in het Volkerak. Het is daarom zeer onwaarschijnlijk dat de stroomen in het Vuile gat, Hollandsch Diep en Haringvliet merkbaar zijn veranderd. - De verlandingsdam op de plaat ten zuiden van Tien Gemeten is gebleken geen stroomleidend werk te zijn en heeft dus op de stroomen in het Vuile gat of in het Haringvliet geen merkbare invloed. - De beplanting achter den dam zal te zijner tijd, naar gehoopt wordt, de komberging doen verminderen en de stroomhoeveelheden dus doen afnemen. - Op stormvloeden zullen de verlandingswerken eerder een gunstigen dan een ongunstigen invloed hebben; de dijken zullen daardoor minder hoog aangelegd behoeven te worden. - Adressant zou kunnen worden geantwoord, dat recente metingen hebben aangetoond, dat de waterverdeeling, zoals verwacht werd, niet door den aanleg van den Hellegatdam is beinvloed, en voorts, dat de aanleg van den dam op de plaat nabij Tien Gemeten geen stroomleidend werk is en dus geen nadelige gevolgen voor de oevers van Tien Gemeten worden gevreesd.