Verbetering horizontaal toelatingsbeleid voor zeeschepen in de haven van Rotterdam
More Info
expand_more
Abstract
De laatste jaren staat de toegankelijkheid vanuit zee van de West-Europese havens weer in de belangstelling. De haven van Rotterdam vormt hierop geen uitzondering; vanwege de bijzonder goede toegankelijkheid voor grote, diepstekende schepen heeft Rotterdam een sterke concurrentiepositie in het bulk vervoer in het gebied tussen Hamburg en Le Havre. Diepstekende schepen dienen zich bij het invaren van de haven van Rotterdam aan zogenaamde tijpoorten te houden. In deze tijpoorten worden de perioden aangegeven dat een zeker schip mag opvaren. De tijpoorten worden bepaald uit een beperking welke betrekking heeft op de verticale beweging van een schip, als gevolg van waterstanden en golven, en op de horizontale beweging van het schip als gevolg van de dwarsstroming. Deze laatste beperking wordt de dwarsstroombeperking genoemd. Aangezien de stroming in de havenmond van Rotterdam zeer gecompliceerd is en zich moeilijk in kaart laat brengen als gevolg van de vele fadoren die het stroombeeld be"invloeden, is de horizontale beperking, welke alleen geldt voor schepen met een grotere diepgang dan 21 ,95 m, een zeer veilige regel; in de huidige berekeningen van de tijpoorten wordt de invloed van de dwarsstroom betrokken als een vaste dwarsstroombeperking, welke stelt dat passage Lage Licht niet toegestaan is tussen 0 en 2,5 uur na hoogwater bij Hoek van Holland. In dit onderzoek wordt bekeken of het horizontale toelatingsbeleid kan worden aangepast waarbij het nauwkeuriger in kaart brengen van de stroming de belangrijkste fador is. Het onderzoek komt er op neer dat voor verschillende scheepstypen en verschillende optredende condities simulaties worden uitgevoerd, waaruit dwarsstroombeperkingen volgen voor deze gesimuleerde condities. Uit een vergelijking met de huidige dwarsstroombeperking wordt vastgesteld of de uitkomsten van de simulaties stroken met het huidige beleid, en zo nee, waar de verschillen optreden, en hoe dit is te betrekken in het aanpassen van het horizontale toelatingsbeleid. Aangezien dichtheidsverschillen in de omgeving van de Maasmond een belangrijke rol spelen, worden de stroombeelden in de havenmond van Rotterdam berekend met het 3-dimensionale RijnMaasMond model (RIJMAMO). De berekeningen zijn uitgevoerd met een rekentijd die garantie biedt voor een ingespeelde zoet-zout-verdeling in het Rijnmond gebied. Uit vergelijkingen van de stroombeelden welke zijn verkregen met RIJMAMO, en die welke uit metingen volgen, blijkt dat RIJMAMO voor dit onderzoek goede modelleringen levert. De RIJMAMO modelleringen zijn afkomstig van het RIKZ. De simulaties zijn uitgevoerd met het fast-time simulatie programma SHIPMA bij het Maritime Simulation Centre the Netherlands (MSCN), onder begeleiding van medewerkers van het MSCN. Simulaties zijn gedaan voor verschillende tijdstippen van opvaart. De resultaten van de simulaties zijn in samenwerking met een expert van het MSCN geanalyseerd, met als resultaat aan te geven of een run mogelijk, kritiek of onmogelijk is. Bij het doen van uitspraken over de haalbaarheid, is steeds in gedachten gehouden dat het hier gaat om fysische haalbaarheid, aangezien SHIPMA een fast-time simulatie programma is, waarin de besturing wordt geregeld door een stuurautomaat, en niet door een persoon, zoals bij een real-time programma het geval is.