Uitspoelen van zandlagen

Abstract

In de nota Aanzandingsverwachting, 340AZA-N- 1 s door de werkgroep AZA de te verwachten hoeveelheid aanzanding afgeschat tussen de verschillende komponenten van het funderingsbed. Die nota beperkt zich tot de voorspelling van de zandlagen voor één enkele pijler en de vertaling van deze zandlagen naar een gemiddelde laagdikte en een scheefstand van die pijler. Op zich is echter de scheefstand van één specifieke pijler niet zo belangrijk. Indien alle pijlers dezelfde scheefstand bezitten en gedurende de gehele levensduur blijven bezitten is die scheefstand veel minder ernstig dan wanneer twee naast elkaar gelegen pijlers totaal verschillende scheefstanden bezitten die bovendien door uitspoelen in de loop van de tijd op verschillende manieren veranderen. De kans op klemlopen yan schuiven. etc. is dan niet ondenkbeeldig. Voordat hieruit kansen kunnen worden afgeschat voor het klemlopen van schuiven etc. moeten de volgende vragen beantwoord worden: (a) wat is de relatieve scheefstand t.g.v. zand van 2 naastgelegen pijlers ten opzichte van elkaar onmiddellijk na de bouw; (b) hoe verandert deze relatieve scheefstand in de loop van de tijd t.g.v. uitspoelen van zand.