Voorlopig rapport van de Commissie inzake stormvloeden op de benedenrivieren

More Info
expand_more

Abstract

Na veel gedoe is in 1939 door de minister opdracht gegeven om na te gaan met welke maatgevende vloeden in het benedenrivierengebied gerekend zou moeten worden, en welke maatregelen genomen zouden moeten worden. Door deskundigen eind jaren '30 was er onenigheid over wat er aan de bestaande dijken zou moeten gebeuren. Op basis van een rapport van Johan van Veen uit 1938 vond de minister het toch nodig om dit nader uit te zoeken. De commissie concludeert dat er op veel plaatsen tot 1 m dijkhoogte-tekort is. Verder wordt aanbevolen om de Hollandsche IJssel af te sluiten, en dat er langs de Merwede grote problemen zijn omdat dijkverhoging daar problematisch is. Verder beveelt de commissie aan om, gegeven dat door het bombardement van Rotterdam de meeste bebouwing daar verdwenen is, daar in ieder geval een voldoend hoge dijk aan te leggen. Echter, door de oorlogssituatie is er verder niets meer met dit rapport gedaan. Direct na de oorlog lagen de prioriteiten bij de wederopbouw, en is er alleen in Rotterdam iets met de conclusies van dit rapport gedaan. Opvallend is dat na 1953 niemand (officieel) verwezen heeft naar dit rapport.