Rotating floating airport

Concept haalbaarheidsstudie

More Info
expand_more

Abstract

Het rapport is een haalbaarheidsstudie van een drijvend vliegveld het Rotating Floating Airport (RFA), ontworpen door Van den Noort Innovations B.V. Het doel van de studie is bekijken of het RFA technisch en financieel haalbaar is. Het RFA bestaat uit een betonnen cilindervormige ring die op de zeebodem wordt gefundeerd. Drijvende elementen in de vorm van pontons worden gekoppeld aan de betonnen ring en kunnen draaien om de betonnen ring. De vorm en werking van het RFA kan vergeleken worden met een vliegwiel of een propeller. Het voordeel van deze constructie is dat het aantal banen gereduceerd kan worden omdat gedraaid kan worden op de gewenste windrichting. Voor de haalbaarheid analyse van het RFA zijn de volgende knelpunten gelokaliseerd en mogelijke oplossingen aangedragen: Vliegtechnisch: Volgens het wereldwijd gebruikte landingssysteem Instrument Landing System (ILS) is het niet toegestaan om te landen op een draaibaar vliegveld. Nieuwe landingssystemen, zoals Tunnel-in-the-sky en het Differential Global Positioning System (DGPS), zullen landen op het RFA wel mogelijk maken. Koppelingen tussen de pontons: De bewegingen van een ponton zijn te groot en daardoor ook de koppelingskrachten. Door de pontons meer te laten bewegen is het vliegtechnisch niet mogelijk om van de start- en landingsbanen gebruik te maken. De oplossing ligt in het ontwerp van de ponton. Het Pneumatically Stabilized Platform (PSP) van Float Incorporated kan een oplossing zijn, omdat het ponton met de dezelfde weersomstandigheden kleiner bewegingseigenschappen heeft. Aansluiting van het dek aan op de betonnen bak: Het was niet mogelijk om een geheel van pontons (omvang van de berekening te groot qua tijd) te modelleren zodat de krachten op de betonnen bak bepaald konden worden. Dit krachtenspel is nodig om het ontwerp te maken voor de lagering. Als gevolg hiervan kan de haalbaarheid op dit aspect niet bepaald worden. Indicatief kan gezegd worden dat met de aangedragen methoden het wel mogelijk is een lagersysteem van deze omvang te ontwerpen. De kosten: Voor het maken van de kostenraming is het RFA vergleken met verschillende opgespoten eiland concepten. Uit de kostenraming blijkt het RFA, uitgevoerd in stalen pontons geen kostenvoordeel heeft ten opzichte van een opgespoten eiland van 7860 ha. De stalen pontons zijn te duur. Een kostenvoordeel voor het RFA is te halen door goedkopere en beter werkende pontons te ontwikkelen. Inrichting van het FRA: Voor de inrichting van het RFA is vervoerstechnisch een concept ontwikkeld waarmee de vervoerstromen van en naar het RFA afgehandeld kunnen worden. Verder uitwerking van dit concept is nodig. Morfologie en vogelgemeenschap: De invloed van het RFA op de morfologie in de Noordzee vergeleken met een opgespoten eiland is minimaal. Uit het globale onderzoek komt naar voren dat erosie en sedimentatie zich beperkt in de directe omgeving van het RFA. De dynamiek van de Nederlandse kust zal niet tot nauwelijks invloed ondervinden van het RFA. De vogelgemeenschap zal niet toenemen door aanwezigheid van het RFA. Het RFA is niet een ideale broed- of trekplaats in tegenstelling tot een opgespoten eiland welke vogels zal aantrekken.