Toekomst voor het Nederlandse Polderconcept
More Info
expand_more
Abstract
Naar aanleiding van ons onderzoek geven we de volgende aanbevelingen aan de Deltacommissie: 1. De financi effecten van het aanpassen van waterkeringen zijn bepaald bij specifiek klimaatscenario. We bevelen aan om deze effecten ook kwantitatief in beeld te brengen voor andere scenarios. 2. Voor maatschappelijke acceptatie van het versterken van waterkeringen lijkt het aantrekkelijk om uit te gaan van functiecombinatie nabij de kering. Uit onze historische analyse blijkt dat er nu al sprake is van functiecombinatie. Het is echter belangrijk om bij functiecombinatie te benoemen om welke functies het gaat, en om daarbij de effectiviteit van deze combinaties te onderzoeken. We bevelen aan een overzicht te maken van nieuwe functiecombinaties die in de toekomst aantrekkelijk kunnen worden, en daarvoor ook een juridisch kader te ontwikkelen. 3. Het aanpassen van de hoofdvorm is in de afgelopen eeuwen een hoofdlijn in de ontwikkeling geweest bij het verminderen van de overstromingsrisicos. Het is denkbaar dat ook in de toekomst deze trend wordt voortgezet. De maatschappelijke kosten en baten van een dergelijke strategie zijn niet bekend, en wij bevelen aan om deze effecten in beeld te brengen, in samenhang met de verschillende visies op natuurontwikkeling in een kunstmatig poldergebied. 4. Ontwikkel een besliskundig raamwerk waarin de baten van het beperken van overstromingsrisicos gestandaardiseerd wordt, en waarin afgewogen kan worden wanneer extra geesteerd dient te worden in het beperken van de gevolgen van klimaatontwikkeling. Een voorbeeld van een dergelijk raamwerk op een ander beleidsterrein is de leidraad Overzicht Effecten Infrastructuur (OEI). Een dergelijk besliskader kan voorkomen dat er in hype maatregelen geesteerd wordt. 5. Op dit moment worden waterkeringen op een zodanige manier ontworpen dat deze doorbraakvrij zijn bij waterstanden die lager of gelijk zijn aan de ontwerpwaterstand (die bepaald wordt door de norm uit de Wet op de Waterkering). Er zijn ook vele andere ontwerpfilosofiemogelijk. Een voorbeeld is: maak waterkeringen zodanig dat ze bij elke waterstand doorbraakvrij zijn (dit kan door de keringen hoger, of breder te maken, maar ook door middel van aanpassingen aan de bekleding, of een combinatie). Het lijkt verstandig om de verschillende mogelijkheden te onderzoeken op basis van effectiviteit. 6. Voor de Rotterdamse delta is door ons een globale verkenning uitgevoerd naar alternatieven om de ontwikkeling van de stad te versterken. Evan de mogelijkheden is het versterken van het ontwikkelen van waterfronts. Op korte termijn kan een strategische verkenning uitgevoerd worden naar andere opties, en de gevolgen van deze alternatieven op kaart uitbeelden. 7. Voer een strategische verkenning uit voor de Zeeuwse delta. Welke opties zijn er op termijn om het gebied te beschermen, welke maatschappelijke functies willen we rond het water versterken en wat zijn de gevolgen van dergelijke keuzes? Op basis van deze verkenning kan een richting aangegeven worden voor de toekomstige ontwikkeling van deze delta. 8. Ontwikkel een kaart van Nederland met daarin ingetekend de levensduur van de polder in relatie tot klimaatverandering en bodemdaling, waarbij met name de lokale kwel en het ontbreken van een deklaag in de bodem de levensduur bepalen. Dit is afhankelijk van lokale eigenschappen van een polder, er kunnen geen generieke uitspraken over worden gedaan. De beschikbaarheid van de benodigde gegevens verschilt per polder. De levensduur wordt gekoppeld aan de functie die het gebied heeft, omdat verschillende functies verschillende eisen stellen aan waterkwantiteit en waterkwaliteit. In het advies van de Onderzoekscommissie Water en Bodemdaling Groot-Mijdrecht Noord is hiervoor een aanzet gegeven [Remkes et al., 2007].