Erosieschade aan glooiing betonblokken op klei van de Perkpolder (Hulster Ambacht)
More Info
expand_more
Abstract
Gedurende de laatste jaren is schade ontstaan aan de waterkering van de Perkpolder. Deze polder is gelegen in Zeeuws Vlaanderen en de dijk wordt beheerd door het waterschap Hulster Ambacht. De glooiing waar de schade plaatsvindt bestaat uit betonblokken die op klei zijn gelegen. Over grote gedeelten van de waterkering liggen de onderste rijen van deze betonblokken onregelmatig en tijdens stormperioden komt het voor dat een blok of enige blokken worden uitgelicht. Deze schade ontstaat door erosie van de onderliggende klei. Aangezien de mate van erosiegevoeligheid mede afhangt van de samenstelling van de klei, is een onderzoek ingesteld naar de voornaamste klei-eigenschappen. Hieruit bleek dat de zandfractie van de klei aan de hoge kant is, vergeleken bij de voorlopige normen die door de Dienst Weg- en Waterbouw worden gehanteerd. Alhoewel niet noodzakelijk, is het zeer wel mogelijk dat de opgetreden erosie het gevolg is van deze grote zandfractie. Verwacht kan worden dat in de toekomst nieuwe schade kan ontstaan door verder toenemende erosie. Deze schade zal ontstaan op locaties waar een minder goede klei is aangewend, waar de naden tussen de betonblokken ruimer zijn en waar extra golfaanval is, bijvoorbeeld door scheepsgolven. Aangezien de erosie vaak pas zichtbaar wordt als de betonblokken zijn uitgelicht tijdens een stormperiode kan een gevaarlijke situatie ontstaan, zeker onder superstormomstandigheden. Daarom verdient het aanbeveling om die gedeelten van de dijk, waar veel erosiegeultjes onder de blokken aanwezig zijn, te verbeteren. Hierbij zijn in principe meerdere mogelijkheden aanwezig. Op het ogenblik worden kleine gedeelten of schadeplekken gerepareerd door het opvullen van de geuitjes met Doornikse steenslag. Vanwege de hoge kosten wordt niet overwogen om over grote lengte de betonblokken te verwijderen en de minder goede klei te vervangen door klei waarvan verwacht kan worden dat de erosiegevoeligheid klein is of om de klei af te dekken met een voor dit geval geschikt geotextiel. Aangezien slechts die gedeelten van de dijk behoeven te worden verbeterd, waar erosiegeultjes voorkomen is het zinvol vooraf te bepalen welke stukken in aanmerking komen. Dit kan plaats vinden door middel van visuele verkenning, er van uitgaande dat de meeste blokken ter plaatse van geuitjes min of meer verzakt zijn. Wellicht kan met behulp van een niet-destructieve methode van opsporen een goede indruk worden verkregen van de lokatie van de erosiegeultjes, zonder dat de glooiing behoeft te worden verwijderd. Een dergelijke methode, met behulp van grondradar is nog in ontwikkeling. Het ontwikkelen van een methode om de geuitjes te vullen zonder dat het noodzakelijk is de betonblokken te lichten kan arbeid en kosten besparen.